Ruimte van Liefde

(door Jacqueline Ringoet) Ieder die de bekende boeken van en over Anastasia gelezen heeft zal de titel van mijn schrijfsel onmiddellijk herkennen. Bij herhaling wordt in deze boeken namelijk het belang benadrukt om een ‘ruimte van liefde’ te scheppen in de vorm van een familiedomein van 1 hectare groot, waarop duurzaam en in verbinding met de natuur generatie op generatie geleefd wordt. De zogenaamde ‘Anastasia-dorpen’, waarvan er alleen al in Rusland velen zijn gecreëerd, vormen een prachtig voorbeeld van hoe een dergelijke ruimte er uit zou kunnen zien.

Het idee van Anastasia achter deze domeinen is dat deze de basis vormen voor een nieuwe Aarde, waarmee we als mensheid het tijdperk van de duistere krachten achter ons laten.

Velen onderschrijven haar ideeën en ook ik word steeds weer blij wanneer ik lees over haar levenswijze en het gedachtegoed dat zij uitdraagt.

In de praktijk blijkt het in ons land echter verre van gemakkelijk een dergelijk familiedomein te scheppen, zeker in de huidige tijd waarin o.a. de regelgeving de aanschaf van een stukje grond niet bepaald bespoedigt. Daarnaast stuiten wij zelf ook steeds weer op het diepe gevoel vrijwel gedwongen te zijn bij de dag te leven, niet vooruit te plannen, maar ieder moment weer te voelen wat nodig is voor een volgende stap. Wie weet immers hoe de wereld er morgen zal uitzien en hoe de verschuiving -waar we momenteel middenin zitten- plaats zal gaan vinden?

Voor mij betekent dit dat ik er steeds weer op uit kom dat de verschuiving of transitie uitsluitend ín mij geschiedt, los van wat er in de buitenwereld gebeurt of mij voorgespiegeld wordt. Een vrije, harmonieuze wereld begint dus in mijzelf en dwingt me telkens weer door allerlei verstoringen, onrust, afleiding en verleiding heen te bewegen om verankerd te blijven in mezelf en mijn Goddelijke wezen geheel te kunnen belichamen.

Daar -in mijn eigen 0-punt- vind ik rust, harmonie en verstilling, ook wanneer het verre van stil is. In die staat van zijn ervaar ik mezelf als de bedding waarin ik niet alleen mezelf kan dragen, maar ook een voedingsbodem bied voor groei, leven, schepping en ZIJN. Een ware ruimte van liefde, die -wanneer volledig doorvoeld en belichaamd- niet anders kan dan van binnen naar buiten een veld van waarheid te laten resoneren.

In die zin vormen we ieder het podium van ons eigen leven, dat zich ontvouwt wanneer we met aandacht en focus ruimte maken in onszelf om de aanwezigheid van God te ZIJN. Voor mij is er in essentie niets anders dan dat. Ik hoef geen podium of voetstuk, geen website of grote zaal. Dag na dag ervaar ik de vreugde van de vanzelfsprekendheid van mijn pure AANwezig ZIJN. Ieder belang dat ik wellicht ooit had zichtbaar te moeten zijn, alle doelen die behaald dienden te worden en plichten waaraan ik moest voldoen zijn samengevallen tot het punt waarop ik NU BEN: ruimte van liefde.

Ik kan niet aanweziger zijn dan AANwezig, niet liever dan LIEFDE en ik zie nu dat de pijn die ik ooit ervoer, omdat ik meende dat mijn ‘stille kracht’ zo vanzelfsprekend was dat deze niet werd opgemerkt of openlijk gehonoreerd, mijn grootste blinde vlek vormde.

Onze scheppingskracht zit ‘m in het geheel en al gestalte geven aan het Goddelijke licht dat we ZIJN en waarmee we onze persoonlijke schaduwkantjes zo volledig kunnen belichten dat we niet alleen stuk voor stuk, maar juist ook samen één grote ruimte van liefde vormen. Een ruimte van liefde die het heersende script overschrijft en een werkelijk vrije wereld schept, waarin het licht van binnenuit schijnt.

Om me heen kijkend zie ik de vele hommels en bijen die zich vol overgave verstoppen in de bloemen van de akelei en het vingerhoedskruid. Stokrozen en moederkruid schieten door de hele tuin op en we eten elke dag onze eigen vers geplukte groenten.

Dit is de ruimte van liefde, die zich om ons heen gevormd heeft en een weelderig thuis biedt aan vele levensvormen. Verre van perfect, geen glad gemaaid gazonnetje of keurige borders, maar warm, overvloedig en uitnodigend. Zoals alleen een echte ruimte van liefde zijn kan.


VERSOEPELINGEN

(door Jacqueline Ringoet) ‘Versoepelingen’, is er één woord dat ooit met zoveel blijdschap (of wellicht scepsis) ontvangen is in onze Nederlandse taal sinds ons bewustzijn vér(der)gaand gehackt werd door de introductie van het c-fenomeen?

Op gepaste tijden zit heel Nederland al ruim een jaar aan de buis gekluisterd, met smart wachtend op wat onze ome Mark en Hugo ons dit keer weer gaan opleggen dan wel ‘toestaan’. Blij verheugd als we er een paar uurtjes of vierkante meters bij krijgen om ons ‘vrij’ te mogen bewegen. Begripvol, gefrustreerd of lijdzaam slikkend wanneer er weer wat wordt afgesnoept van onze vermeende vrijheid.

De logica van de cijfers en het zogenaamd daar op afgestemde beleid is ver te zoeken, zoveel is voor velen al lang duidelijk. Het is immers ook zeker niet de bedoeling dat het volk alles met haar gezonde verstand kan volgen. Integendeel: verwarring, chaos en lijden worden beoogd om ons een rad voor ogen te draaien en de waarheid over deze realiteit te verhullen.

Ach, natuurlijk begrijp ik ook wel hoe fijn het kan zijn om weer samen te zijn, een terrasje te kunnen pakken of wellicht onder voorwaarden een pretpark te bezoeken. Het geeft ons het gevoel dat we even mogen ademhalen en weer een enigszins ‘normaal’ leven kunnen leiden.

Of we ons van nu af aan echter werkelijk ‘soepeltjes’ kunnen voortbewegen door ons leven is de grote vraag, waarop het antwoord uiteindelijk slechts in onszelf te vinden is.

Als je beseft dat we in een soort hypnose verkeren begrijp je ook dat deze realiteit (ook wel ‘matrix’ of ‘openlucht gevangenis’ genoemd) zich enkel en alleen IN onszelf afspeelt. Het afgelopen jaar, waarin we in toenemende mate in quarantaine zijn gezet en ons noodgedwongen hebben moeten onthechten van het leven zoals het was, is bij uitstek geschikt geweest om diepgaand onderzoek te doen IN onszelf.

Ik weet dat velen deze weg met mij gegaan zijn en ontdekt hebben hoezeer en waar zij vastzitten en -zaten in programma’s, structuren en kaders, die ons Ware Zelf dempen en belemmeren door te stromen in deze realiteit.

Deze vormen als het ware ijzeren constructies waarin we onszelf hebben vastgezet en waarbinnen we onszelf ‘in de plooi’ houden. Voor mezelf sprekend heb ik gemerkt dat ik gaandeweg mijn ‘gecensureerde’ zelf verder aan het losweken ben en mijn lat steeds minder hoog leg als het gaat om de verwachtingen die ik van mezelf heb. Verwachtingen die maakten dat ik ergens de overtuiging had belangrijk te zijn en dat ook in de buitenwereld geforceerd zichtbaar te moeten maken. Het Rijk der Belangen blijkt echter een grote illusie, die me een leven lang netjes in een stramien gehouden heeft.

Hiermee wil ik niet zeggen dat ik mezelf waardeloos vind. Waar het echter werkelijk om gaat is dat ik uitsluitend mijn Ware Zelf serieus neem zonder me verder al te serieus en stijfjes te gedragen. Het keurslijf mag volledig afgelegd worden om versoepelingen in mezelf te kunnen ervaren en die souplesse van binnen naar buiten te leven.

Alleen op deze manier kan de zon doorbreken en kan ik de primaire tijdlijn waarop we ons als mensheid collectief in gevangenschap bevinden samen met mijn ware ‘familie’ vanuit mijn hart overschrijven.

Hoezeer ook getracht wordt onze vibe laag te houden, door (doods)angst en verdeeldheid te zaaien, onze bewegingsruimte te beperken, en de zomer maar geen doorgang te laten vinden, de ware zon schijnt uitsluitend in ons hart en kan haar warme stralen alleen maar naar buiten brengen als wij in onszelf voldoende openingen creëren.

Het is de Godsvonk die velen gelukkig nog altijd brandend weten en die we kunnen aanwakkeren door onszelf toestemming te geven alle opgelegde kaders te doorbreken en voluit te leven.

Niets of niemand houdt ons tegen met hart en ziel te leven, vol vreugde om wie we in wezen zijn en ongecensureerd dienen te belichamen. Het zijn deze hoge frequenties die we in samenkracht mogen en móeten leven om ons te bevrijden uit deze realiteit en te verschuiven naar een andere tijdlijn.

Versoepelingen dus. In onszelf, voorbij onze persoonlijke rollen, onthecht van alles en iedereen die ons vasthoudt aan verplichtingen, oude vormen en denkpatronen, brengen we de hemel op aarde!

(Foto: Marike Dijkstra)


ZET JE LICHT AAN

(door Jacqueline Ringoet) Enkele dagen geleden genoot ik buiten in het vroege ochtendzonnetje van mijn bakkie koffie. Hoewel op het water in het vogelbakje nog een dun laagje ijs zichtbaar was voelde de zon al weldadig aan. Samen met de aanblik van de ontluikende natuur en het gezang van vroege vogels riep ze in mij de herinnering op aan wat ‘schepping’ ten diepste betekent. Vanuit ons ware, goddelijke scheppingsvermogen is voor mij namelijk ieder moment nieuw, fris en vol leven. ‘Like the first morning’, zoals ik al vaker schreef.

Elk NU moment zijn wij de schrijvers van ons eigen verhaal in ons eigen universum, voortkomend vanuit onze gedachten (of de gedachten die door ons heen worden gezet en niet voortkomen vanuit ons eigen diepste gevoel!). De bekende uitspraak dat iedere verandering in onszelf begint is maar al te waar. De mens wordt niet voor niets non stop weggeleid van zichzelf op vele, vaak uiterst subtiele, manieren. Voortdurend worden we verleid met onze aandacht aanwezig te zijn in de buitenwereld, die ons lokt en verblindt met haar valse licht, opdat we onze ware scheppende kracht niet volledig inzetten.

We weten allemaal hoe vanuit allerlei (spirituele, religieuze, wakkere) bronnen benadrukt wordt dat de ware godsvonk in ieder mens aanwezig is en als de zon onvoorwaardelijk van binnen naar buiten zou dienen te stralen. De ware, échte zon schijnt haar warme stralen op een weldadige manier, koestert en doet dat wat verhard of bevroren is smelten. Ze is liefdevol, zacht en helder aanwezig om alles tot leven te brengen en (weer) te laten stromen. Het is het licht der wereld van waaruit wij mensen scheppen en waarmee we dat wat nog in het verborgene ligt belichten.

Wanneer ieder moment waarlijk nieuw is als op de eerste ochtend zal de zon schijnen zoals ik hierboven omschrijf. Ik kan me niet voorstellen dat de ware zon in oorsprong verblindt of verzengt noch dat zij meedogenloos of harder straalt voor de één ten koste van een ander. In haar onvoorwaardelijke aanwezigheid kan niet anders dan volledige gelijkwaardigheid besloten liggen.

Wat in de ons omringende wereld echter zeer zichtbaar wordt is voor mij het gegeven dat we ons collectief (hebben) laten leiden door degenen die (vaak letterlijk!) in de schijnwerpers staan of zichzelf in de spotlights zetten. Het is duidelijk dat hen weinig tot niets gelegen is aan gelijkwaardigheid, maar dat alles er om draait ons een rad voor ogen te draaien en te verblinden, opdat we ons eigen licht niet zien.

In veel gevallen gebeurt dit zeer doelbewust vanuit een verborgen agenda, maar ik zie ook hoe velen zelf verblind zijn en niet beseffen dat er een (kunst)licht op hen schijnt terwijl ze maar blijven benadrukken hoe ‘verlicht’ zij zijn en anderen derhalve naar hen dienen (op) te kijken.

Wanneer er echter een onecht/kunstmatig licht gaat schijnen betekent dit dat de eigen ware zon -die als vanzelf en van nature van binnen naar buiten schijnt- overschaduwd is of toch ten dele. Vaak is er sprake van een blinde vlek, waardoor het licht dat ieder mens van oorsprong IS niet op een vanzelfsprekende manier gestalte kan krijgen en er een soort urgentie voelbaar wordt om te móeten schijnen op een bijna krampachtige manier.

Dominantie, bóven anderen gaan staan en een vernietigend soort arrogantie, die allesbehalve weldadig voelen, voeren nogal eens de boventoon.

Wat me regelmatig opvalt is dat mensen die hun natuurlijke leiderschap niet als vanzelfsprekend en volledig belichamen zichzelf gemakkelijk overschreeuwen of een vorm van hoogmoed aan de dag leggen die ten koste van anderen gaat. De nood aan ‘volgelingen’ en een voetstuk is voelbaar, waarbij soms manipulatie gebruikt wordt om anderen ondergeschikt te maken.

Het (kunst)licht dat van dergelijke mensen uitgaat voelt vaak koud, omdat het warme licht dat van nature van ieder zou dienen uitgaan versluierd is. Het is dezelfde grauwsluier die door deze hele realiteit voel- en zichtbaar is als een artificieel soort spinrag.

Helaas zijn niet alleen zij die ons (willen) leiden vaak verblind, maar is het ook de mensheid zelf die massaal geneigd is in hún schaduw te blijven staan, waardoor zij haar eigen licht niet ten volle kan zien. Kunstlicht kan echter alleen blijven schijnen als het energie krijgt van degenen die haar aandacht geven en verheerlijken, zoals ook de gloeilamp slechts licht kan geven als ze is aangesloten op elektrische stroom.

Wanneer we die verblindende schijnwerper echter gaan gebruiken om licht te laten schijnen op onze eigen blinde vlekken daar vanbinnen kan er veel zichtbaar worden en openen we dat wat nog dicht was in onszelf. Waar doet de spotlight van een ander pijn in jóu, kun je dat zien en daar jouw eigen liefdevolle licht van binnenuit op laten schijnen? Als we onze blinde vlekken vullen met ons eigen Christoslicht gaat de zon steeds meer aan in óns en kunnen we dat licht -waarmee we in de bron verbonden zijn- van binnenuit gestalte geven.

Het valse (kunst)licht komt nooit voort vanuit de waarheid of de hoogste intelligentie, die leven -‘LIVE’- schept, maar getuigt van een meedogenloze, satanische nepgod die ‘EVIL’ laat ontstaan zolang wij ons ware licht niet aanzetten.

Dit ware licht schuilt in de eenvoud van ons PURE zijn. Het is als het warme zonlicht, waarin je ontspannen jezelf kunt zijn en jezelf kunt inbrengen zonder dat je bang hoeft te zijn voor een oordeel, een harde mening of het gevoel niet goed genoeg te zijn.

Zolang we naar buiten blijven kijken, waar vrijwel doorlopend een vals licht schijnt, kunnen we nimmer iedere cel en elke vezel van onszelf vullen met het zachte licht vanuit onze eigen bron. Wij zíjn het ware licht van de eeuwigheid en het is hoog tijd dat we onszelf weer gaan zien om voorbij de blinde, donkere vlekken en door alle sluierbewolking heen een stralende werkelijkheid te scheppen!


VIVA LA VIDA!

(door Jacqueline Ringoet) Ondanks een miezerig regentje heb ik er ook de afgelopen dagen weer voor gekozen heerlijk naar buiten te gaan. Weer of geen weer -hoezo is regen eigenlijk ‘geen weer’?- er valt altijd iets te beleven in de ‘frisse’ buitenlucht en naast de ontmoeting met mezelf geniet ik er ook menig uurtje van de talrijke ontmoetingen met het buitenleven.

Banjerend door de nattigheid viel me gisteren plots te binnen dat het dit voorjaar precies veertig jaar geleden is dat ik 4 maanden lang op de PAAZ verbleef. Afgezonderd van de overige patiënten, zonder contact met het thuisfront, dagelijkse post of gesprekspartners was ik er geheel aan mezelf overgeleverd. Om eerlijk te zijn was mijn opname destijds met name een noodkreet om mezelf Überhaupt te kunnen overleven, al was dat de behandelend artsen niet echt duidelijk. Met een gewicht van slechts 28 kilo was ik echter op sterven na dood, overgenomen door het programma in mijn mind dat me (bijna) ten koste van mijn leven onder controle hield.

Ik deel het verhaal van mijn jarenlange strijd tegen het programma ‘anorexia’ niet vaak, al heeft het een groot deel van dit leven bepaald. Ik kijk er niet verbitterd of met spijt op terug, omdat ik steeds meer ervaar dat alleen dít moment telt.
Misschien popt de herinnering juist nú op, omdat ik zingend en in diep contact met de dieren, bomen en planten het leven ten volle beleef en voel stromen. Liggend in mijn ziekenhuisbed was het ook veertig jaar geleden het ontluikende voorjaar dat het vonkje in mij brandend hield. Samen met de beeldkracht, die ik altijd behouden heb, zorgde het verlangen naar werkelijke verbinding met het leven dat ik mijn angst om weer te gaan eten overwon. Ik koos ten diepste voor het leven!

Ofschoon de drempel om werkelijk voelend aanwezig te durven zijn in mijn lichaam -en daarmee hier op aarde- nog vele jaren hoog was zette ik stapje voor stapje om mijn wezen hier gestalte te kunnen geven.
Hoewel mijn magere verschijning menigeen anders deed geloven vertrouwde ik op mijn eigen (scheppings)kracht en zwoor ik alle therapie af om het roer in eigen hand te nemen. Ik had immers gekozen voor het leven en hoe fragiel deze keuze soms ook was, ze deed de balans ook in later jaren telkens weer doorslaan naar de vonk van mijn Goddelijke essentie, die ik altijd aanwezig wist.
Zoals velen weten schonk ik uiteindelijk het leven aan 8 kinderen. Een groot gezin, zoals ik me dat in de vele jaren die ik ziek was steeds had voorgesteld.

Mijn ervaringen tonen me onweerlegbaar hoe sterk wij mensen in wezen zijn. Niet alleen fysiek, maar vooral vanuit onze onsterfelijke Goddelijke essentie zijn we in staat wonderen te laten ontstaan. Wanneer we wérkelijk kiezen voor verbinding met Al het leven vermenigvuldigen wij het leven in ons tig-voudig, waarbij ik het niet (alleen) over ons kindertal heb, maar over de levende schepping, zoals we die op vele lagen in al haar schoonheid kunnen waarnemen.

Telkens wanneer ik me op het bovenstaande afstem voel ik diepe vreugde en het verlangen me volledig in te zetten onze schepping weer tot bloei te brengen voor al wat leeft. Al wandelend breng ik deze vreugde soms met hoge klanken tot expressie, me niet langer zorgen makend over de mening van eventuele andere wandelaars. Dít is wie ik ben. Dít is onderdeel van mijn taal, die ik móet laten rimpelen in het levensveld om beweging te brengen waar verstoring is en mens en natuur op sterven na dood zijn.

Morgen is de landelijke vér-kiezingsdag en mogen we onze stem op een andere, ‘democratische’ manier uitbrengen. Ik heb mijn keuze echter al lang gemaakt en breng mijn stem iedere dag vanuit mijn innerlijk uit. In vreugde. De vreugde die ik zo mis binnen onze samenleving en al zeker binnen de gelederen die ons mensen dienen te vertegenwoordigen.
Een ware keuze uit liefde voor al het leven ziet er voor mijn diepste gevoel zo geheel anders uit dan wat ik opmaak uit de partijprogramma’s en de woorden van de dames en heren politici. Het regeringsbeleid binnen het heersende systeem is niet gericht op leven, en al zeker niet op leven in vreugde, vrijheid en vrede, zo mag inmiddels voor ieder duidelijk zijn.

De newspeak die op de verkiezingsposters staat afgedrukt spreekt wat mij betreft boekdelen en toont hoe de leugen regeert.
Wat mij betreft neem ik -net als veertig jaar geleden- het heft in eigen hand en kies opnieuw en ieder moment uitsluitend voor het leven. In al haar geuren, kleuren en expressievormen. In vreugde, vrijheid en vrede. Viva la vida!


(BRON)Codes

(door Jacqueline Ringoet) Slechts weinigen zijn zich bewust hoe we ieder moment letterlijk op vele manieren zijn ingelogd bij de werkelijkheid zoals we die waarnemen. Zichtbaar en onzichtbaar zitten we gekoppeld aan tal van (digitale) codes, die het besturingssysteem vormen van dat wat de m.a.t.r.i.x. genoemd wordt.

Inmiddels lijkt het vrijwel onmogelijk te kunnen functioneren binnen dit systeem zonder allerlei accounts, die ons middels onze gegevens, wachtwoorden en gebruikersnamen aan het wereldwijdeweb koppelen. Het internet met onbegrensde mogelijkheden, althans zo wordt het ons voorgespiegeld.

Dat er wel degelijk een grens zit aan dat wat we via de vele vertakkingen binnen het web kunnen bereiken wordt duidelijk als je beseft dat digitale codes weliswaar zeer ver kunnen reiken en getallen met vele nulletjes kunnen vormen, maar hoe dan ook ergens een limiet hebben.

Het is eigen aan codes die in essentie artificieel zijn en niet verbonden met De Bron, die een natuurlijke orde kent middels codes die analoog en leven-scheppend zijn.

De door velen voor waar aangenomen werkelijkheid -die door het collectieve geloof in het bestaan ervan in stand gehouden wordt-, is overduidelijk in een ware impasse terecht gekomen. Het hele systeem wankelt en is zicht- en onzichtbaar aan het afbrokkelen. Er wordt ons wijs gemaakt dat de enige manier om te zorgen dat alles in deze ‘samenleving’ weer ‘in orde’ komt het massaal toedienen van een v.a.c.c.i.n. is. Deze ‘oplossing’ zal hier op aarde een nieuwe orde brengen, waarmee we volledig ingelogd in de artificiële wereld als mensheid een nieuw tijdperk kunnen in gaan.

Of er dan nog veel menselijks aan ons over is blijft echter de vraag! Compleet gekoppeld aan een digitaal besturingssysteem zullen we geen werkelijk vrije wil en vrijheid meer kunnen ervaren en zullen we uiteindelijk meer weg hebben van een robot op een wel zeer vérgaande manier.

Nu het massale vaccineren mondiaal in volle gang is lijkt het soms misschien of er geen weg meer terug is. Niets is echter minder waar, als je het mij vraagt. Zoals ik hierboven al schreef is er de oneindige Bron, waarmee we altijd verbonden zijn en waar de codes liggen voor de natuurlijke orde zoals deze in oorsprong IS. Het zijn de ware, GODdelijke lichtcodes, die wij allen in ons dragen, omdat we geschapen zijn naar het evenbeeld van GOD.

In deze kunstmatige werkelijkheid zijn de GODdelijke codes, die ook verborgen liggen in bijvoorbeeld onze taal, geheel vervormd om de ware betekenis van de mens weg te houden. Zo is GOD verworden tot een guard DOG, die als een Big Brother over ons waakt en aan wie de mens onderworpen is. Wij mensen zijn voor de krachten achter de schermen van deze werkelijkheid de underDOGs, die in toenemende mate onder controle gehouden dienen te worden.

Werkelijk alles wordt op een uiterst geraffineerde manier uit de kast getrokken om ons af te leiden en misleiden, opdat we ons niet herinneren wie we van origine zijn.

Middels de vele (maat)regelen wordt getracht ons te ontmoedigen onze passie te leven. De goddelijke vonk die in ieder van ons brandt of op z’n minst flakkert wordt gedempt als we ons niet ten diepste realiseren dat dit onze ware kracht is. Onze passie is onze hartskracht en heeft waarlijk niets van doen met het zogenaamde ‘passieverhaal’ dat ons binnenkort in de paastijd weer wordt voorgehouden.

De leugen dat we ons kruis zullen moeten dragen als we vanuit ons hart leven, dat we vastgenageld zullen worden en ons uitsluitend nog kunnen beroepen op een GOD buiten onszelf, wordt ingezet om ons ervan te weerhouden in te loggen bij de (GODS)kracht in onszelf.

Middels ons hart zijn we immers verbonden met De Bron, de levensbron, die als een gouden veld altijd voor ons toegankelijk is. Dit is het nulveld, waar we ingelogd zijn bij de grootst mogelijke zuiverheid, waarheid, puurheid en de hoogst mogelijke frequentie.

Het is meer dan ooit zaak te beseffen dat alleen via deze gouden inlogcodes immuniteit ervaren kan worden. Immuniteit voor het virus dat ons bewustzijn gehackt heeft en waardoor velen hier en nu een besmette wereld ervaren in de meeste brede zin van het woord. Levend vanuit deze gouden broncodes scheppen we met woord en daad, vanuit zuivere gedachtes, waarlijk leven volgens de hoogste natuurlijke orde.

We zullen ons ten diepste bewust moeten zijn van de vele manieren waarop we doorlopend inloggen bij het artificiële veld en hoe dit ons weg leidt van de GODdelijke drie-eenheid, waarbij we met aandacht aanwezig zijn in ons hoofd, hart en lichaam.

Laten we ervan doordrongen zijn dat wij mensen de weg, de waarheid en het leven ZIJN. De enige missie die we hebben is niet die van ten strijde trekken, maar van het volledig connecten met het gouden nulveld, waar geen strijd heerst, maar waar we daadkrachtig, vastbesloten en onbuigzaam onze plek innemen.

Iedere cel van ons stoffelijke lichaam en ver daarbuiten dient vervuld te zijn van het gouden licht. Daar ligt onze kracht, daar ligt onze ware immuniteit, omdat het de enige echte waarheid is. Overal waar we waarlijk met aandacht aanwezig zijn en ons verbinden met het leven zijn het deze gouden levenscodes die gekopieerd worden.

De leuze ‘met elkaar, voor elkaar’ krijgt hiermee een geheel andere, diepere betekenis dan beoogd wordt door degenen die deze leuze overal onder de aandacht brengen.

Voor mijn gevoel is dat wat bedoeld werd met de Bijbelse uitspraak: ‘Gaat heen en vermenigvuldigt U’. De informatie die via de gouden broncodes in ieder van ons ligt opgeslagen dient uitgewisseld te worden om samen een nieuwe Golden Age te scheppen. In diep contact met elkaar zijn we in staat het gouden veld verder te laten uitrimpelen door het artificiële veld heen. Het zal al het leven aanraken en ‘besmetten’ met zuivere levenscodes, waaruit een werkelijk nieuwe wereld in de natuurlijke orde zal ontstaan.


Kroon

(door Jacqueline Ringoet) Tijdens het wachten op de bus nam ik onlangs plaats op één van de ronde banken die op het stationsplein zijn neergezet. Genietend van de zon, de mensen en mijn koffie-to-go viel mijn blik op een groot geel bord. Aan de ene kant stond een eenvoudige schets van wat op het eerste gezicht het beruchte ‘virus’ leek, aan de andere kant een afbeelding van een kroon, zoals we die kennen van de koningshuizen. Hoewel ik in mijn naïviteit even twijfelde of de schets nu doelde op de ronde zitbanken met daaraan gekoppelde zitplaatsen of toch een verwijzing was naar het ‘virus’, gaven de vermelde instructies t.a.v. het houden van afstand de doorslag.

Terwijl ik het bord met interesse bekeek passeerde er een donkere dame met een pruik vol golvend, neon roze haar tot aan haar middel. Met plezier en bewondering volgde ik haar even tot ze uit het zicht verdwenen was.
Op weg naar mijn bus zag ik haar even later echter opnieuw en sprak dit keer mijn bewondering naar haar uit. In het gesprek dat volgde vertelde ze me over de vele moeilijkheden die ze in haar leven ondervonden had. De felgekleurde pruik maakte deel uit van de collectie van een modemerk waarvoor ze sinds kort promotie maakte. Vastbesloten was ze om ondanks alles iets van haar leven te maken en uit de vicieuze cirkel van problemen te stappen. ‘Mijn hart is groot en er is vaak misbruik van gemaakt’, zei ze. Al pratend stelden we samen vast dat de keuze voor jezelf en voor wat er ten diepste gevoeld wordt toch echt het allerbelangrijkste is, waarna ik mijn arm om haar heen sloeg en we elkaar bedankten voor de onverwacht mooie uitwisseling.

Het beeld van het c.o.r.o.n.a. (kroon)virus, de kroon en de felroze pruik lieten me niet los. Terwijl de bus over de Koningsweg reed werd me nóg duidelijker hoe het zogenaamde kroonvirus als wapen is ingezet om ‘het gepeupel’ te onderdrukken en volledig onder controle te krijgen. Degenen die aan de macht zijn, vrijwel allen nazaten van de koninklijke bloedlijnen die van oudsher heersen, gebruiken deze kunstmatige, niet bestaande kroon om ons menselijke goud te kunnen delven. Wij mensen zijn namelijk goud waard. Niet alleen omdat we als slaven (kunnen) worden misbruikt, maar ook vanwege het goud dat we letterlijk in ons DNA dragen, wat een rechtstreekse verbinding vormt met het oorspronkelijke gouden veld.

Met het vermogen waarover we van oorsprong beschikken is de mens de kroon op de schepping! De bandbreedte aan emoties die we in essentie tot expressie kunnen brengen is onze ware scheppingskracht, waarmee we ons onderscheiden van degenen die nu de scepter over ons zwaaien. Er is de machthebbers uiteraard alles aan gelegen dit ware koninklijke vermogen te dempen en onze schatkist gesloten te houden, opdat zij hun eigen schatkist kunnen blijven vullen. In feite vormen wij mensen voor hen een goudmijn waaruit rechtstreeks gedolven wordt zolang we ons klein houden en in angst, afkeer, wanhoop en onvermogen blijven verkeren.

Het vertrouwen in onszelf en in onze ware potentie is bij de meeste mensen ver te zoeken, waardoor we ons ál te gemakkelijk verlaten op kracht/macht- en informatiebronnen buiten onszelf en daarmee de macht uit handen geven.
De al eeuwenlang regerende familie dynastieën zullen met hun kunstmatige kroon echter in toenemende mate macht en controle over ons blijven uitoefenen als we niet zelf de scepter ter hand nemen. Het is absoluut noodzakelijk dat we de vonk die in iedere menselijke schatkist aanwezig is gaan aanwakkeren tot een vuur dat ons in staat stelt óp te staan en de kroon die ons toe komt op ons eigen hoofd te zetten.

Mét elkaar en samen met onze ware (koninklijke) familie, die van buiten deze aarde is, kunnen we onze vonk, die als een diep gevoel in ons flakkert, tot eigen-aardige beelden vormen. Onze eigen, koninklijke aard dient immers leidend te zijn in alles wat we tot expressie brengen. Zuiver en stralend als puur goud laten we het klatergoud achter ons en nemen onze rechtmatige plaats in: Kroon op de schepping!


Spel(l)Bre(a)kers

(door Jacqueline Ringoet) Hoewel de sneeuw de scherpste randjes voor het oog wat zachter maakt, draait het systeem waarin we leven in toenemende mate dol.

Het openbare leven, eerder al lamgelegd door de overheid, is verder aan banden gelegd door koning Winter. De ijskoude, bevroren laag levert mooie plaatjes op, maar begint ook al aardig wat scheuren te vertonen. In gesprekjes met mensen van allerlei pluimage hoor ik de hersenen kraken onder de vele vragen die het overheidsbeleid en de onaflatende stroom aan informatie oproepen.

Menselijkerwijs willen we allemaal zo graag begrijpen wat er nu precies gaande is, wat er klopt van alle berichtgeving, wie de good guys of misschien juist de bad guys zijn. Een pasklaar antwoord heb ik niet. Wellicht moeten we het allemaal niet eens meer proberen te begrijpen. Wie doorziet het spel, dat zó briljant gespeeld wordt, immers écht en weet precies wat hem te doen staat? De menselijke logica lijkt al zo lang zoek te zijn!

De man op straat heeft het over het algemeen zwaar. ‘Wat doen we er aan?’, ‘We kunnen het niet veranderen’, ‘We leven maar gewoon door’, zijn veelgehoorde, lijdzaam klinkende uitspraken.

Met gewoon doorleven, hoe aannemelijk ook, blijven we echter stuk voor stuk als tandwieltjes in het grote, ingenieuze radarwerk ons bekende rondje meedraaien. We houden met z’n allen het hele systeem in stand, omdat we ieder moment precies doen wat er van ons verwacht wordt door de designers die ons deze rol in dit geheel hebben toebedeeld.

Raddraaien dan maar? Lekker tegendraads bewegen, zodat er frictie ontstaat en het hele radarwerk tot stilstand komt is natuurlijk ook een optie. De kans is echter groot dat zo’n tegendraads tandwieltje gewoon uit het systeem gehaald wordt en vervangen door een nieuwe.

Constructiever is het misschien om weliswaar mee te bewegen, maar dan wel nét even een ander tandje bij te zetten. Bijna onopvallend breng je zo jezelf ín binnen het systeem, dat door de nét andere tandjes aan jouw wieltje toch anders begint te draaien. Op een andere frequentie zo je wilt, zonder te provoceren of alle aandacht op je te vestigen.

Je zou het bovenstaande voorbeeld kunnen vergelijken met de lineaire (tijd)lijn van oorzaak en gevolg waarop we ons bewegen van verleden naar toekomst. Doordat onze gemoedstoestand nagenoeg volledig gestuurd wordt van buitenaf volgen de daaruit voortvloeiende gedachten en handelingen elkaar op een voorspelbare manier op en houden daarmee het virtuele spel waarin we spelen in stand. Om écht verandering te gaan brengen is het dus zaak ánders te gaan denken en handelen en zeker niet op basis van een voorgeprogrammeerd script.

Het spel wordt pas onvoorspelbaar en dus speels 😉 als we onszelf op basis van onze originele, onbeperkte gevoelswereld inbrengen. Als je beseft dat wij van origine scheppende godswezens zijn kun je je voorstellen dat onze gedachten en handelingen in de kern harmonieus, evenwichtig en krachtig zijn. Ons stralende, gouden hart is als de zon en schijnt haar warme lichtstralen onvoorwaardelijk, daarmee rust en balans brengend waar verstoring en chaos heerst.

Zeker, we moeten vooral dóórleven. Belangrijk is echter dat we niet lijdzaam ons rondje blijven meedraaien als een doorsnee tandwieltje, maar als zonnetjes in het geheel stralend en onwrikbaar de koers gaan veranderen. Zo zijn wíj namelijk de spelbrekers en uiteindelijk de spelbepálers.

Onze hartgedragen aanwezigheid maakt geZONd, is healthy, heilzaam en helend voor al wat leeft.

Het is NU tijd de betovering die de mensheid als in een hypnose al eeuwenlang hetzelfde rondje laat draaien te doorbreken. Wíj zijn de spellbreakers. Spreek slechts één woord en al het leven zal geZONd worden! 🌞


VRIJE VOGELS


(door Jacqueline Ringoet) Vogels. Als kind al fascineerde deze diersoort me mateloos vanwege het feit dat ze vleugels heeft en zich vrijelijk kan verplaatsen naar waar ze maar wil. Ik herinner me dat ik er tijdens mijn Citotoets zelfs een opstel over schreef en ook in later jaren heb ik er menig schrijfsel aan gewijd.

Vleugels leveren in het algemeen vaak de associatie op met ‘vrijheid, blijheid’. Mits deze vleugels gespreid kunnen worden natuurlijk! Ook al leefden we volgens velen sinds de tweede Wereldoorlog in een vrij land en konden we jarenlang het vliegtuig nemen naar iedere denkbare bestemming en beschikten we over we alles wat we nodig hadden, het is steeds duidelijker dat de ogenschijnlijke vrijheid die we tot een jaar geleden meenden te hebben in feite een gouden kooi was, waarin we zonder het te weten zaten opgesloten. Geketend aan programma’s die ons in een keurslijf rondjes lieten draaien -vleugellam- terwijl het in de gemiddelde mens niet eens meer opkwam dat het misschien ook anders kón en hij geen enkele poging meer deed te ontsnappen en zijn vleugels te spreiden. We hadden het immers toch goed, zolang we maar wat vrije tijd en af en toe vakantie hadden?

Daarmee was onze vrijheid afhankelijk gemaakt van geld en moest er hard gewerkt worden om dat wat we als ‘vrijheid’ beschouwden te kunnen betalen. Al vanaf onze geboorte hier op aarde werd onze vrijheid hiermee in feite langs de lat van scores, curves, cijfers en prestaties afgemeten om uiteindelijk aan de norm van een groot huis, een auto, flink consumeren en dure vakanties te kunnen voldoen.

In recentere jaren leek het wel of onze vrijheid in toenemende mate werd bepaald door de moderne technologie. Telkens was er weer een nieuwere versie van de onmisbaar geworden smartphone, -televisie, -camera, -laptop enzovoorts nodig, waaraan we volledig verslaafd raakten. Zonder dat we het echt in de gaten hadden verdwenen wij, onze kinderen én onze vrijheid steeds verder in één van de vele zwarte schermpjes. Opgesloten, nauwelijks meer in staat om nog te bewegen.

Om eerlijk te zijn heb ik nooit begrepen wat mensen bezielde om hun vrijheid in die mate op te offeren. De vogel in mij is namelijk een leven lang zoekende geweest hoe ze uit de gouden kooi ontsnappen kon. Hoewel ik een goed stel hersenen heb en aanvankelijk netjes ging studeren was ik altijd een vreemde vogel, die haar eigen weg ging en in veel opzichten niet conform de heersende normen en waarden leefde. Zoals met veel vreemde vogels het geval is kleedde ik me anders, had ik andere ideeën, at ik anders en zag mijn huis er anders en vooral kleurrijker uit dan wat ik om me heen waarnam.

Echt vrij was ik echter niet. Ik voelde me veelal niet gehoord of gezien en vooral ook buitengesloten. Uit angst voor afwijzing paste ik me in grote mate aan en hield vooral mijn snavel, wat maakte dat ik nogal eens in depressies belandde. In zekere zin hield ik hierdoor mijn eigen gouden kooi in stand en leefde jarenlang min of meer als een saaie mus aan de rand van de samenleving. De vrolijke vogel in mij -een sociaal dier, dat maar wát graag communiceert en uitwisselt- kwetterde nog maar zelden en voelde zich eenzaam.

Af en toe ontmoette ik wel andere vreemde, eigenzinnige vogels, die zich vaak net als ik een buitenstaander voelden in deze wereld. Buitenissig als we waren vroegen we ons soms af of we van een andere planeet kwamen. Het contact met alles wat niet van deze wereld was leek immers dikwijls zoveel gemakkelijker, vrijer en liefdevoller.
Soms verlangde ik naar fysieke vleugels om los te kunnen komen van deze aarde en werkelijke vrijheid te ervaren. Iets in mij zei dat vleugels van oorsprong bij ons mensen horen en -net als bij engelen, goden of sommige buitenaardsen- aan de achterkant van ons hart horen te zitten, zodat we kunnen vliegen!

Inmiddels lijkt het echter of we collectief al een jaar méér aan de grond en vooral opgesloten zitten dan ooit tevoren. Vleugels, ooit symbool voor vrijheid, roepen in deze realiteit steeds vaker de associatie op met controle, onderdrukking en óvervleugeling. De vliegtuigen waarmee naar verre oorden gevlogen kon worden zijn vervangen door legerhelikopters, -vliegtuigen, camera’s en drones, waarmee we vanuit de lucht in de gaten worden gehouden.

De (vreemde) vogel in mij en vele anderen is echter vrijer dan ooit. Juist nu de gouden kooi zo zichtbaar geworden is en de mind control programma’s die ons in onze persoonlijkheid gevangen hielden hun greep verliezen krijgen we onze vleugels terug. Het zijn de vleugels die in onze menselijke vorm voor het oog niet zichtbaar zijn, maar in ons hart de verbinding met andere werelden openen. Zoals vogels in de mythologie symbool staan voor boodschappers van de ziel, zo is de vogel in ons in staat te communiceren met niet alleen ieder mens, maar met al het leven.

We laten ons niet langer de snavel snoeren of censureren. Als sociale wezens kunnen we niet zonder gezelschap en we hebben elkaar nodig om de informatie die we in ons dragen uit te wisselen. In woorden, kleuren, klanken, beelden en gevoel. Stel je eens voor hoe dat er uit ziet, al die kleurrijke paradijsvogels samen! Een ware kakafonie, die toch een harmonieus geheel vormt en kleur brengt in deze nu zo grauw ogende wereld.

‘Oogjes dicht en snaveltjes toe, slaap lekker lieve kijkbuiskinderen!’
Zo luidt de mind fuck van meneer de Uil, waar mijn generatie mee groot geworden is.

Er is (en wórdt) ons een rad voor ogen gedraaid, we zijn (en wórden nog steeds) monddood gemaakt, gekluisterd als we zitten aan de tell-lie-vision, zodat we vooral NIET wakker worden, maar als uilskuikens blijven geloven in alle leugens en fabeltjes die ons verteld worden.

Al die ooit zo vreemde vogels vormen echter samen een wakker orkest dat langzaam aanzwelt en een nieuwe dageraad aankondigt.
Hun gekwetter en getjilp is aanstekelijk en hoewel ze soms nog steeds ‘gekkies’ of ‘wappies’ genoemd worden, zijn zij het die de nieuwe norm worden. Zij zijn het immers die vanuit het hart in staat zijn de verbinding met de aarde en al wat leeft te herstellen, zodat de mens zijn rechtmatige plek in de schepping eindelijk weer kan gaan innemen en zijn volledige vermogen leven. Dát is onze ware vrijheid, die niet afhankelijk is van geld, status en verslaving aan technologie. Vrijheid is wie wij zijn. Die hoeven we niet te bevechten.

Al wat ons te doen staat is léven, samen komen, onze unieke kleur bekennen en geen concessies meer doen aan wat we voelen en weten, omdat ieder vogeltje nu eenmaal dient te zingen zoals het gebekt is.
Oogjes wijd open, snaveltjes eveneens. Wég van de kijkbuis en met beide voeten op de grond levend geven we onze vrijheid pas echt vleugels!