Een kikker die de stroom voelde

Er was ooit een kleine kikker, die leefde aan de oever van een groen beekje met riet en fonteinkruid.

De drukte van de lente was allang voorbij. Zomerse hitte met zomerse stortbuien waren verleden tijd. Het was rustig en kil in het bos die meer en meer doorzichtig begon te worden. De kikker zat op een platte steen, die uit het water stak en luisterde naar langzaam kabbelend beekje. “Wat zijn de nachten al koud”, dacht ze, “straks is er geen kracht meer om maar één poot te verroeren”.

De zon kwam uit van achter de wolken. ”Kikker, waarom maak je geen stroom in jezelf wakker?” “De stroom? Die is toch daar zo, in het water?” “Ja, dat klopt,” zei de grote zon. “En de stroom is ook in de lucht. De wind en elke luchtdeeltje stromen ook, ze nemen ook waterdeeltjes van de beek mee in hun dans. En mijn warme stralen, alle lichtdeeltjes, stromen zonder een seconde stil te staan..”

De kikker keek om haar heen en zag hoe het beekje, de wind, groene bladeren en alle grassen langs het water in het zonlicht aan het deinen en dansen waren, doordrenkt in de gouden warme gloed. En ze vond het prachtig.

“Maar hoe kan ik die stroom in mijzelf wakker maken?” vroeg ze aan de zon. “Eerst haal je jezelf uit de drukte en voel je, dat je van binnen rustig bent. Zo, ja. En dan ga je van binnen voelen, dat je open bent: voor het beekje, voor de wind en het riet en al het licht. Je voelt de verbinding en de verwondering. Kun je dat voelen? Je voelt de vreugde en je voelt, dat je in diezelfde stroming meedanst, ook al lijkt het van buiten, dat je nog steeds op je steen in het water zit.”

De kikker voelde nu, hoe warm en wonderlijk de stroom was, krachtig en koesterend, licht als een rilling, maar ook fors als een beving. Duiken maar. (door Anna Krasko)

Een gedachte over “Een kikker die de stroom voelde