Wat is het verschil tussen 3D vs 5D  – Q&A lee

❓VRAAG:

Kunt u de termen 3D-ruimte en 5D -ruimte iets meer verduidelijken en dat, waar we naar toe gaan? Er wordt meestal gezegd dat de Quantum Leap, of Kwantumsprong, een overgang is van 3D-ruimte naar 5D. (Tegelijkertijd wordt vermeld dat met de vierde waarde niet de tijd bedoeld is, maar concrete ruimtelijke vector, dimensie van ruimte, wordt bedoeld: lengte, breedte, hoogte). En dat we zouden in deze sprong ruimte 4D in transit overslaan.

In uw webinar over 5D omschrijft u de 5D-ruimte op een heel andere manier. Dat wil zeggen, het blijkt dat het hetzelfde is als 3D, met lengte, breedte en hoogte, we zien het gewoon anders, van bovenaf?

  ❗️ ANTWOORD van lee:

De essentie van de overgang. Je wordt nergens heen geleid en er verandert niets. NIETS.

Wat verandert is perceptie. Uw perceptie en collectieve perceptie (waarop wij ons richten).

Vanwege de verandering in perceptie, BREIDT een persoon UIT het spectrum van wat men kan voelen, waarnemen.

U begint bijvoorbeeld meer kleur (breder kleurenpalet), geluid, enzovoort te onderscheiden. Groter betekent niet veel volume, maar betekent “meer subtiele tinten”.

Door de uitbreiding van het totale spectrum breidt ook het begrip van de eigen lichaamspositie zich uit. Je begint tijd niet alleen te kennen, maar ook te voelen als een dimensie, en niet als iets ongedefinieerds. Dat wil zeggen, je krijgt de mogelijkheid om niet alleen heen en weer te bewegen, maar ook in de tijd.

En nu de kern van de shift.

Je zult weten dat juist “hier” zijn je andere levens. Je ontdekt dat andere beschavingen al heel lang op deze manier leven (“Zullen we planeet X even bezoeken, ergens 300 jaar geleden?”), waarbij ze hun huidige zaken verweven met tijdloze gebeurtenissen.

Even later worden deze formuleringen net zo eenvoudig als uitstapjes naar een datsja of een zomerhuisje 30 km van de stad. Dit is precies wat er zal gebeuren in de overgang naar een andere dimensie. Plus een heleboel andere “speciale effecten”, zoals communicatie op telepathisch niveau (een andere snelheid van uitwisseling van gewaarwording). Een hoog niveau van bewustzijn stelt je in staat om de focus te houden op een breed scala aan sensaties – dat is wat er gebeurt.

Laten we ons perspectief nog wat verbreden.

De beschaving zal de volgende overgang naar “7D-ruimte” maken.

En weet je wat daar is?

Communicatie voorbij de definities van leven – dood. Neem het lichaam waar-wanneer het u uitkomt, ga naar binnen, ga naar buiten, steek over – alles is voor u beschikbaar en alles is uiterst bewust.

A Beginner’s Guide to the 4th Dimension: https://www.youtube.com/watch?v=j-ixGKZlLVc

================ =======================

❓VRAAG:

Je schreef: “Een persoon op het niveau van de 5e dichtheid moet het fysieke lichaam opgeven ten gunste van het energielichaam”, betekent dat dat je in dit fysieke lichaam niet boven de 4e dimensie kunt reizen?

❗️ ANTWOORD van lee:

Begrijp je wat er wordt gezegd in de context van de 5e dichtheid? Dit is geen race om medailles en een soort “verheffing”, dit is het vermogen om MULTIDIMENSIONEEL TE ZIJN. Hoe kun je je één lichaam voorstellen dat is “uitgesmeerd” over miljoenen sterren en miljarden jaren van evolutie in één gewaarwording van het Nu?

Dit onderwerp moet ongeveer worden opgevat als “als je wilt vliegen, ga dan van de grond af. Zolang je op de grond staat, vlieg je niet.”

Technisch gezien kun je in een lichaam zijn en in de 5e dichtheid zijn, maar… Maar je mind zal daar in het energielichaam zijn, en het fysieke lichaam zal, laten we zeggen, “drijven” in fysieke dichtheid.

En nogmaals. Nu, op dit moment, heb je een “energielichaam” in de 5e dichtheid, maar je ziet het als een “andere persoon”, als iemand anders, omdat vanaf hier lijken die vibraties vreemd voor je te zijn. Je kunt dit als een analogie zien: “mijn jas, die ik in de toekomst zal kopen, ligt nu in het magazijn en is voor mij nog “van een vreemde”.

================== =============

❓VRAAG:

N.a.v webinar “BEWUSTZIJN van Dieren | Wat is het voorbij het leven? (https://youtu.be/7lNeoeCFXOs).

Ervan uitgaand dat alle zielen één zijn, kunnen twee zielen als onderdeel van Eén eenheid worden? Wat gebeurt er dan met de punten van waarneming?  Wat is een waarnemer in relatie tot de ziel?

❗️ ANTWOORD van lee:

Volg de gedachte met aandacht.

Je maakt deel uit van de Ene. Jij, wij, ik, hij, zij, zij… zijn één.

We kunnen technisch gezien niet met elkaar vermengen tot één structuur zonder samen te smelten met de Ene tot de HELE structuur.

Maar de Eén heeft jou in de vorm van een persoon AL in zich uitgezonderd. En buiten de tijd gezien – het gebeurde voor altijd.

Je bent voor eeuwig als iets wat AFZONDERLIJK is, maar niet afgescheiden. Een facet, een rand, maar geen “klomp”.

En we zijn allemaal Eén die ernaar KIJKT.

Op die manier observeer je de ziel vanuit het ENE punt, maar voel je jezelf vanuit de positie van de persoonlijkheid.

Alle fusies met andere persoonlijkheden vinden plaats ZONDER “vernietiging” van het deel van die persoonlijkheid “in het verleden”, maar als het TOEVOEGING VAN NIEUWE KWALITEITEN.

Simpel gezegd, door de versmelting van jullie tweeën-drieën-vieren wordt elk van jullie MEER terwijl het eeuwig zichzelf blijft.

Ik begrijp dat het moeilijk is voor de mind in een 3D-wereld. Maar binnenkort zal het gemakkelijker worden en meer toegankelijk zijn, naarmate zelfonderzoek van het idee van tijdloosheid vordert.

============== ================

❓VRAAG:

Kunt u, alsjeblieft, uitleggen wat een “kwant” is vanuit de positie van 5D en Zijn? Dit is tenslotte al een gematerialiseerd object voor het creëren van fysieke materie – een reflectie, de manifestatie van het Zijn zelf? Of niet? Ik begrijp het even niet…

❗️ ANTWOORD van lee:

Hmm, hebt u al het object “kwant” gezien? Denkt u dat het gewicht heeft, maat… dat het ruikt, heeft kleur, zich op dit specifieke punt in de ruimte bevindt?

Wat verstaat u onder de term “gematerialiseerd object”?

Denken u maar eens.

Een kwant is eerder een “staat van een reactie op een stimulus”. Dit is een oppervlakkige definitie, maar toch. Een stoel is een object, omdat hij door u wordt gevoeld. En de kwant is niet voelbaar – de kwant is de STAAT VAN VOELEN.

Begrijpt u het verschil tussen een stoel en het gevoel van een stoel?

De paradox is dus dat het GEVOEL VAN DE STOEL een object creëert – de stoel – en niet andersom.

Laten we vereenvoudigen voor de mind. Een stoel kan niet bestaan ​​zonder dat iemand hem EERST voelt. Een onvoelbare stoel is … het is zijn afwezigheid.

Er is niet een verklaring dat “een object ontstond in de spirituele wereld van het denken” – als een soort tegenstelling tussen materie en “geest”.

Het is een directe verklaring dat DE ERVARING creëert zowel het idee van het object als de materie zelf. Dit is één proces, en niet de overgang van hun “vóór-materie-staat” naar “materie-staat”.

De kwant is de “drager” van deze sensatie, de ervaring, en zonder de overgang van een golf naar een deeltje. De waarnemer kiest het type gewaarwording dat nu dichter bij hem staat – om dezelfde kwant te voelen als “niet-materieel” of om het als “materieel” te voelen.

U bent de bron van de gebeurtenissen die met de kwant plaatsvinden.

Bron: Telegram-kanaal – https://t.me/lee_vibrations

******************  *********************

❓ВОПРОС:

Могли бы вы внести ясность в термины 3D, 5D – пространство и то, куда мы переходим?  Обычно рассказывают, что Квантовый переход – это переход из 3D-пространства в 5D. (При этом поясняется, что четвертая величина – время – не имеется в виду, а берутся конкретные мерности пространства: длина, ширина, высота). Что якобы мы в этом переходе минуем пространство 4D транзитом.

В вашем же вебинаре про 5D вы совсем по-другому описываете 5D-пространство. То есть, получается, что оно то же самое, что и 3D, с длиной, шириной и высотой, просто мы видим его по-другому, сверху?

 ❗️ОТВЕТ lee:

Суть перехода. Вас никуда не ведут и ничего не меняется. НИЧЕГО.

Меняется восприятие. Ваше восприятие и коллективное восприятие (на котором мы сфокусированы).

Из-за смены восприятия, человек РАСШИРЯЕТ спектр ощущений.

К примеру, вы начинаете различать бОльшее количество цвета (шире цветовая гамма), звука и так далее. Больше — не значит много объема, а значит «более тонкие оттенки».

Из-за расширения общего спектра, расширяется и понимание собственного положения тела. Вы начинаете не просто знать, но ощущать время как измерение, а не как что-то неопределенное. То есть, вы получаете возможность двигаться не просто взад-вперед, но еще и по времени.

И теперь суть сдвига.

Вы узнаёте, что «прямо здесь» есть другие ваши жизни. Вы узнаёте, что другие цивилизации уже давно так живут («а не махнуть ли нам на планету Х в 300 лет назад?») переплетая свои текущие дела с вневременными событиями.

Чуть позже эти формулировки станут столь просты, как поездки на дачу в 30 км от города. Именно это и будет в переходе в иное измерение. Плюс масса других «спецэффектов», вроде коммуникации на телепатическом уровне (иная скорость обмена ощущениями). Высокий уровень осознанности позволяет держать фокус внимания на широком спектре ощущений — вот, что происходит.

Чуть расширим перспективу.

Следующий переход цивилизация сделает в «7D-пространство».

И знаете, что там?

Коммуникация за пределами самих определений жизнь-смерть. Берите тело где-когда удобно, входите, выходите, переходите — всё вам доступно и всё предельно осознано.

————– ———————–

❓ВОПРОС:

Вы писали: «Человеку на уровне 5-й плотности приходится отказываться от физического тела в пользу энергетического», получается, что в этом физическом теле выше 4 измерения не подняться?

❗️ОТВЕТ lee:

А вы понимаете, о чем идёт речь в контексте 5-й плотности? Это ведь не гонка за медалями и неким «возвышением», это способность БЫТЬ МНОГОМЕРНЫМ. Как вы себе представите одно тело, которое «размазано» по миллионам звёзд и миллиардам лет эволюции в одном ощущении Сейчас?

Данную тему стоит понимать примерно, как «хочешь летать – оторвись от земли. Пока ты стоишь на земле, ты не летаешь».

Технически вы можете быть в теле и быть в 5-й плотности, но… Но пребывать там будет ваш разум в энергетическом теле, а физическое тело будет, скажем так, «дрейфовать» в физической плотности.

И ещё раз. Прямо сейчас у вас есть «энергетическое тело» в 5-й плотности, но вы его считаете другой личностью, потому что отсюда вам чужды те вибрации. Можете понимать это как аналогию: «моё пальто, которое я куплю в будущем, сейчас лежит на складе и пока чужое для меня».

——————– ———————————-

❓ВОПРОС:

Вебинар «СОЗНАНИЕ ЖИВОТНЫХ | Что после жизни?» (https://youtu.be/7lNeoeCFXOs).

Понимая, что все души одно, могут ли две души как часть одного стать одной единицей? что тогда с точками восприятия?

Что такое наблюдатель относительно души?

❗️ОТВЕТ lee:

Следите внимательно за мыслью.

Вы и есть часть Одного. Вы, мы, я, он, она, они… – это Одно.

Мы технически не можем смешиваться друг с другом до одной структуры, не сливаясь с Одним во ВСЮ структуру.

Но Одно вас как личность УЖЕ выделило в себе. И вне времени – это навеки произошло.

Вы вечно есть как нечто ВЫДЕЛЕННОЕ, но не отдельное. Грань, а не кусок.

И мы все Одно, которое это НАБЛЮДАЕТ.

Таким образом вы наблюдаете за душой из точки ОДИН, но ощущаете себя из позиции личности.

Все слияния с другими личностями происходят БЕЗ «уничтожения» прошлой части личности, а идут они как ДОБАВЛЕНИЕ НОВЫХ КАЧЕСТВ.

Проще говоря, из-за слияния вас обoих-троих-четверых… каждый становится БОЛЬШЕ, оставаясь при этом вечным собой.

Я понимаю, что это сложно для ума в 3Д мире. Но скоро будет проще и проще доступно, по мере само-освоения с идеей вне-времени.

—————— ——————————

❓ВОПРОС:

Объясните, пожалуйста, что такое квант с позиции 5Д и Бытия? Ведь это уже материализованный объект для создания физической материи – отражения, проявления самого Бытия? Или как? Не понимаю…

❗️ОТВЕТ lee:

Хм, а вы видели квант-объект? Думаете, он имеет вес, размер… пахнет, обладает цветом, находится вот в этой конкретной точке?

Что вы понимаете под понятием «материализованный объект»?

Подумайте.

Квант – это скорее «состояние реакции на раздражитель». Это поверхностное определение, но всё же. Вот стул – это объект, потому что он ощутим вами. А квант не ощутим – квант и есть САМО ОЩУЩЕНИЕ.

Понимаете разницу между стулом и ощущением от стула?

Так вот парадокс в том, что ОЩУЩЕНИЕ СТУЛА создаёт объект – сам стул, а не наоборот.

Упростим для ума. Стул не может существовать без того, чтобы СНАЧАЛА кто-то его ощутил. Неощущаемый стул – это… это его отсутствие.

Здесь нет утверждения о том, что «в духовном мире мысли возник объект» – как некое противопоставление между материей и «духом».

Здесь используется прямое утверждение, что ОЩУЩЕНИЕ создаёт и саму идею объекта, и саму материю. Это один процесс, а не переход их «до-материи» в «материю».

Квант является «носителем» этого ощущения, причем без перехода из волны в частицу. Наблюдатель выбирает тип ощущения, которое ему сейчас ближе – ощущать этот же квант как «нематериальное» или ощущать его как «материальное».

Вы источник событий, происходящих с квантом.

Источник: Telegram-канала – https://t.me/lee_vibrations


Wat biochemie van de levende cel ons vertelt over Natuurkunde van Bewustzijn

(door Paul Mulliner)

De puzzel van coherentie

“Als een man die zijn hele leven heeft gewijd aan de meest nuchtere wetenschap, aan de studie van materie, kan ik je naar aanleiding van mijn onderzoek naar atomen zoveel zeggen: er is geen materie als zodanig. Alle materie ontstaat en kent bestaan alleen bij de gratie van een kracht die de deeltjes van een atoom in trilling brengt en dit allerkleinste zonnestelsel van het atoom bij elkaar houdt. We moeten aannemen dat achter deze kracht er een bewuste en intelligente geest bestaat. Deze geest is de matrix van alle materie.” Max Planck 1944. Winnaar van de Nobelprijs voor natuurkunde 1918.

Het wetenschappelijk denken is sterk verwijderd van de ideeën die in de observatie van Max Plancks uit 1944 tot uiting kwamen.

In de afgelopen jaren echter, toen onderzoek in de biochemie de verbazingwekkend nauwkeurige en coherente orkestratie van de interacties van eiwitten in levende cellen aan het licht heeft gebracht, rijzen er vragen die moeilijk te beantwoorden zijn binnen de gebruikelijke conceptuele kaders.

Met misschien wel een miljard reacties die per seconde plaatsvinden in een levende cel, moeten eiwit- en enzymmoleculen precies op het juiste moment door de cel bewegen om interactie aan te gaan met andere eiwitten en enzymen.

Deze in tijd gesynchroniseerde activiteit, het nauwkeurig georkestreerde samenkomen van grote aantallen door enzymen gekatalyseerde reacties op precies het juiste moment, wordt niet verklaard in de huidige beschrijvingen van biochemische processen.

Hedendaagse teksten over biochemie beschrijven de meervoudige, door enzymen versnelde reacties van moleculen in de cel als gevolg van willekeurige botsingen of als enzymen en eiwitten die hun eigen bewegingen rond de cel sturen om mee te doen met deze reacties.

Hoe weet een enzymmolecuul waar in een levende cel andere moleculen samenkomen, zodat het een reactie kan faciliteren die de gelijktijdige deelname van meerdere moleculen vereist?

Hoe weten deze meerdere grote moleculen wanneer ze door een levende cel moeten reizen om elkaar precies op bepaalde locaties te ontmoeten?

Hoe kunnen we de waargenomen in tijd gesynchroniseerde coherentie in een levende cel verklaren, die lijkt te functioneren als een georkestreerd geheel, in plaats van als een wirwar van afzonderlijke moleculen die willekeurige botsingen maken?

Misschien kunnen we een antwoord op deze vragen benaderen door wat natuurkunde aan te raken.

Al bijna een eeuw weten onderzoekers in de natuurkunde dat alle ‘materiële dingen’ eigenlijk bestaan uit grote clusters van golfpatronen op kwantumschaal in een kosmisch veld, bij natuurkundigen bekend als het nulpunt-veld of kwantumvacuüm.

Atomen zijn een cluster van driedimensionale dynamische resonantievormen binnen het vacuüm-energieveld, vergelijkbaar met de staande golven die worden gegenereerd binnen hoorbare geluidsfrequenties die we ervaren als muziek.

De moleculen waaruit de levende cellen van ons lichaam bestaan, zijn eigenlijk gelokaliseerde trillingsgolfpatronen binnen één uniform kosmisch veld in plaats van de afzonderlijke materiële objecten waarover we op school hebben geleerd.

Het zijn deze kosmische veldexcitaties (of activeringen) die prachtig gechoreografeerd en georkestreerd lijken te zijn in een coherent proces van precieze interactie met elkaar.

Wanneer we ons realiseren dat ons beeld van afzonderlijke materie-objectmoleculen die met elkaar interageren niet langer past bij wat nu bekend is over natuurkunde en scheikunde, kan er een interessante verschuiving in ons begrip plaatsvinden.

Zodra we moleculen beginnen te zien als gelokaliseerde patronen van golfvervormingen binnen een enkel continu veld, in plaats van als afzonderlijke objecten, wordt het voor ons gemakkelijker te begrijpen hoe coherentie in de biochemie van levende cellen tot stand komt.

We weten al uit de natuurkunde dat dit ene kosmische veld non-lokaliteit vertoont, de onmiddellijke samenhang van elk deel van het veld met elk ander deel.

We zouden kunnen afleiden dat dit vacuümenergie/nulpunt-veld ook een intrinsiek vermogen heeft voor in tijd gesynchroniseerde coherentie, of afstemming.

Deze aantoonbare intrinsieke samenhang kunnen we waarnemen in onderzoek naar het proces van fotosynthese.

Groene planten zijn in staat om de energie die uit zonlicht wordt geoogst veel efficiënter te verwerken dan we zouden verwachten vanwege een schijnbaar vermogen tot niet-lokale coherentie in het vacuüm-energieveld.

Deze niet-lokale coherentie maakt het mogelijk dat alle alternatieve energieoverdrachtsroutes in het fotosynthesesysteem tegelijkertijd bekend zijn en de meest efficiënte worden gebruikt.

Deze ontdekkingen helpen ons het begin te formuleren van een belangrijke verschuiving in ons begrip van de aard van het Heelal en roepen een reeks vragen op, niet alleen over biochemie maar ook over bewustzijn.

Misschien wijzen de non-lokaliteit en het vermogen tot dynamische coherentie die wordt getoond door de vacuümenergie/het nulpunt-veld erop dat het een rol speelt in het bewustzijn?

Het is mogelijk dat één uniform kosmisch veld zichzelf uitdrukt als alle materiële vorm en alle ervaring van die vorm.

Het transformeert zichzelf in de vorm van vibratie in de gelokaliseerde veld-activeringen die kenmerkend zijn voor de erdoor geweven orkestratie van de biochemie van levende cellen, terwijl het ook een niet-lokaal bewustzijn van zichzelf heeft.

Dit fundamentele veld, inherent aan het Heelal, heeft zowel een objectief aspect, bekend als het vacuümenergie/nulpuntveld, als een subjectief aspect, bekend als ons bewust-zijn.

Een eeuw geleden brachten de pioniers van de kwantumfysica, velen van hen winnaars van de Nobelprijs voor de natuurkunde, standpunten naar voren die wezen op de heelheid en eenheid van het kosmische veld dat aan alle leven en materie in het Universum ten grondslag ligt.

Hedendaagse wetenschappelijke artikelen lijkt dit diepere perspectief grotendeels te hebben verloren.

“Kwantumfysica onthult dus een fundamentele eenheid van het Universum” Erwin Schrödinger: Nobelprijs voor natuurkunde: 1933

Paul Mulliner 2020

Bron: https://medium.com/discourse/what-living-cell-biochemistry-reveals-about-the-physics-of-consciousness-b62ab1135eef

Photo by Philipp Deus on Unsplash


What Living-Cell Biochemistry reveals about the Physics of Consciousness

The puzzle of coherence

“As a man who has devoted his whole life to the most clear headed science, to the study of matter, I can tell you as a result of my research about atoms this much: There is no matter as such. All matter originates and exists only by virtue of a force which brings the particles of an atom to vibration and holds this most minute solar system of the atom together. We must assume behind this force the existence of a conscious and intelligent spirit. This spirit is the matrix of all matter.” Max Planck 1944. Winner of the Nobel Prize in Physics 1918.

Scientific thought has moved sharply away from the ideas expressed in Max Plancks’ 1944 observation.

In the past few years, however, as research in biochemistry has revealed the astonishingly precise and coherent orchestration of the interactions of living-cell proteins, questions are being raised that are difficult to answer within the usual conceptual frameworks.

With perhaps a billion reactions occurring per second in a living cell, protein and enzyme molecules have to move across the cell at precisely the right moment to interact with other proteins and enzymes.

This time-synchronized activity, the precisely orchestrated coming together of large numbers of enzyme catalysed reactions at exactly the right time, isn’t explained in current descriptions of biochemical processes.

Contemporary biochemistry texts describe the multiple, enzyme accelerated reactions of molecules in the cell as a consequence of random collisions or as though enzymes and proteins direct their own movements around the cell to join in with these reactions.

How does an enzyme molecule know where in a living cell other molecules are going to congregate, so it can facilitate a reaction which requires the simultaneous co-participation of multiple molecules?

How do these multiple large molecules know when to travel across a living cell so as to meet up precisely together at particular locations?

How can we explain the observed time-synchronized coherence in a living cell, which seems to function as a orchestrated whole, rather than as a jumble of separate molecules making random collisions?

Perhaps we can approach an answer to these questions by touching on some physics.

For nearly a century, researchers in physics have known that all ‘material stuff’ actually consists of large clusters of quantum-scale wave patterns in a cosmic field, known to physicists as the zero-point field or quantum vacuum.

Atoms are a cluster of three dimensional dynamic resonance-forms within the vacuum-energy field, not unlike the standing waves generated within audible sound frequencies which we experience as music.

The molecules that make up the living cells of our body are actually localized vibrational wave-patterns within a single cosmic field rather than the separate material objects we learned about in school.

It’s these cosmic field-excitations that seem to be exquisitely choreographed and orchestrated into a coherent process of precise interaction with each other.

When we realize our image of separate material-object molecules interacting with each other no longer fits with what is now known about physics and chemistry, an interesting shift in our understanding can occur.

Once we start to see a molecules as localized patterns of wave deformations within a single continuous field, rather than as separate objects, our understanding of the existence of coherence in the biochemistry of living cells becomes easier.

We already know from physics that this single cosmic field exhibits nonlocality, the instantaneous correlation of every part of the field with every other part.

We could speculate that this vacuum energy/zero point field also has an intrinsic capacity for time-synchronized coherence.

We can observe this apparent intrinsic coherence, in research into the process of photosynthesis.

Green plants are able to process the energy harvested from sunlight very much more efficiently than we might expect because of an apparent capacity for nonlocal coherence in the vacuum-energy field.

This nonlocal coherence enables all the alternative energy transfer pathways in the photosynthetic system to be simultaneously known and the most efficient ones used.

These discoveries help us to formulate the beginnings of an important shift in our understanding of the nature of the Universe and raise a series of questions, not just about biochemistry but also about consciousness.

Perhaps the nonlocality and capacity for dynamic coherence shown by the vacuum energy/zero point field point to it having a role in consciousness?

It’s possible that a single cosmic field is expressing itself as all material form and all experience of that form.

It’s vibrationally transforming itself into the localized field excitations characteristic of the interwoven orchestration of living-cell biochemistry while also having a nonlocal awareness of itself.

This fundamental field, intrinsic to the Universe, has both an objective aspect, known as the vacuum energy /zero-point field and a subjective aspect, known as our conscious awareness.

A century ago, the pioneers of quantum physics, many of them winners of the Nobel prize in physics, expressed views that pointed to the wholeness and oneness of the cosmic field underlying all life and matter in the Universe.

Contemporary writing in science seems largely to have lost this deeper perspective.

 Quantum physics thus reveals a basic oneness of the Universe” Erwin Schrödinger: Nobel prize in Physics : 1933

Paul Mulliner 2020

Source: https://medium.com/discourse/what-living-cell-biochemistry-reveals-about-the-physics-of-consciousness-b62ab1135eef

Photo by Philipp Deus on Unsplash


Drie wetenschappers delen Nobelprijs in Natuurkunde voor hun bijdrage in Kwantummechanica

“There is no matter as such… All matter originates and exists only by virtue of a force which brings the particles of an atom to vibration and holds this most minute solar system of the atom together. We must assume behind this force the existence of a conscious and intelligent spirit. This spirit is the matrix of all matter.” Max Planck 1944. Winner of the Nobel Prize in Physics 1918.

Nederlands: “Er is geen materie als zodanig… Alle materie ontstaat en bestaat alleen dankzij een kracht die de deeltjes van een atoom in trilling brengt en dit allerkleinste zonnestelsel van het atoom bij elkaar houdt. We moeten achter deze kracht het bestaan van een bewuste en intelligente geest aannemen. Deze geest is de matrix van alle materie.” Max Planck 1944. Winnaar van de Nobelprijs voor de natuurkunde 1918

Drie wetenschappers hebben dinsdag (4 oktober 2022) samen de Nobelprijs voor de natuurkunde gewonnen omdat ze hebben bewezen dat kleine deeltjes een verbinding met elkaar kunnen behouden, zelfs als ze van elkaar gescheiden zijn, een fenomeen dat ooit werd betwijfeld maar dat nu wordt onderzocht voor mogelijke toepassingen in de echte wereld, zoals het coderen van informatie.

De Fransman Alain Aspect, de Amerikaan John F. Clauser en de Oostenrijker Anton Zeilinger werden door de Koninklijke Zweedse Academie van Wetenschappen geciteerd voor experimenten die aantoonden dat het “totaal gekke” veld van kwantumverstrengeling maar al te reëel was. Ze toonden aan dat onzichtbare deeltjes, zoals fotonen, met elkaar kunnen worden verbonden of ‘verstrengeld’, zelfs als ze over grote afstanden van elkaar zijn gescheiden.

Het gaat allemaal terug op een kenmerk van het universum dat zelfs Albert Einstein verbijsterde en materie en licht op een verwarde, chaotische manier met elkaar verbindt.

Stukjes informatie of materie die vroeger naast elkaar waren, hoewel ze nu gescheiden zijn, hebben een verbinding of relatie – iets dat mogelijk kan helpen bij het versleutelen van informatie of zelfs teleporteren. Een Chinese satelliet demonstreert dit nu en potentieel razendsnelle kwantumcomputers, die zich nog in het kleine en niet helemaal bruikbare stadium bevinden, vertrouwen ook op deze verstrengeling. Anderen hopen het zelfs te gebruiken in supergeleidend materiaal. <…>

Clauser, 79, kreeg zijn prijs voor een experiment uit 1972, uitgevoerd met bij elkaar geraapte apparatuur, dat hielp bij het beslechten van een beroemd debat over kwantummechanica tussen Einstein en de beroemde natuurkundige Niels Bohr. Einstein beschreef “een spookachtige actie op afstand” waarvan hij dacht dat deze uiteindelijk zou worden weerlegd <…>

“Ik wedde op Einstein,” zei Clauser. “Maar helaas had ik het mis en Einstein had het mis en Bohr had gelijk.”

Aspect zei dat Einstein technisch misschien ongelijk had, maar enorme lof verdient voor het stellen van de juiste vraag die leidde tot experimenten die kwantumverstrengeling aantoonden.

“De meeste mensen zouden aannemen dat de natuur is gemaakt van stoffen die door ruimte en tijd zijn verspreid”, zei Clauser, die als een middelbare scholier in de jaren vijftig een videogame op een computer met vacuümbuizen bouwde. “En dat blijkt niet het geval te zijn.”

Wat het werk laat zien, is dat “delen van het universum – zelfs die op grote afstand van elkaar – met elkaar zijn verbonden”, zei Johns Hopkins-natuurkundige N. Peter Armitage. “Dit is iets dat zo niet intuïtief is en iets dat zo haaks staat op hoe we denken dat de wereld zou moeten zijn.”

Dit moeilijk te begrijpen veld begon met gedachte-experimenten. Maar wat in zekere zin filosofische overpeinzingen over het universum zijn, biedt ook hoop op veiligere en snellere computers, allemaal gebaseerd op verstrengelde fotonen en materie die nog steeds op elkaar inwerken, hoe ver weg ook.

“Bij mijn eerste experimenten werd mij soms door de pers gevraagd waar ze goed voor waren”, vertelde Zeilinger, 77, aan verslaggevers in Wenen. “En ik zei met trots: ‘Het is nergens goed voor. Ik doe dit puur uit nieuwsgierigheid.’ <…>

Bij kwantumverstrengeling stelt het tot stand brengen van gemeenschappelijke informatie tussen twee fotonen die niet bij elkaar in de buurt zijn “ons in staat om zoiets als geheime communicatie te doen, op manieren die voorheen niet mogelijk waren”, zei David Haviland, voorzitter van het Nobelcomité voor Natuurkunde.

Kwantuminformatie “heeft brede en potentiële implicaties op gebieden zoals veilige informatieoverdracht, kwantumcomputing en detectietechnologie”, zei Eva Olsson, een lid van het Nobelcomité. “De voorspellingen hebben deuren geopend naar een andere wereld, en het heeft ook de fundamenten geschud van hoe we metingen interpreteren.”

Bron: https://phys.org/news/2022-10-scientists-nobel-prize-physics-quantum.html


Three scientists share Nobel Prize in Physics for work in quantum mechanics

From: https://phys.org/news/2022-10-scientists-nobel-prize-physics-quantum.html

Three scientists jointly won this year’s Nobel Prize in physics Tuesday (4 October 2022) for proving that tiny particles could retain a connection with each other even when separated, a phenomenon once doubted but now being explored for potential real-world applications such as encrypting information.

Frenchman Alain Aspect, American John F. Clauser and Austrian Anton Zeilinger were cited by the Royal Swedish Academy of Sciences for experiments proving the “totally crazy” field of quantum entanglements to be all too real. They demonstrated that unseen particles, such as photons, can be linked, or “entangled,” with each other even when they are separated by large distances.

It all goes back to a feature of the universe that even baffled Albert Einstein and connects matter and light in a tangled, chaotic way.

Bits of information or matter that used to be next to each other even though they are now separated have a connection or relationship—something that can conceivably help encrypt information or even teleport. A Chinese satellite now demonstrates this and potentially lightning fast quantum computers, still at the small and not quite useful stage, also rely on this entanglement. Others are even hoping to use it in superconducting material. <…>

Clauser, 79, was awarded his prize for a 1972 experiment, cobbled together with scavenged equipment, that helped settle a famous debate about quantum mechanics between Einstein and famed physicist Niels Bohr. Einstein described “a spooky action at a distance” that he thought would eventually be disproved <…>

“I was betting on Einstein,” Clauser said. “But unfortunately I was wrong and Einstein was wrong and Bohr was right.”

Aspect said Einstein may have been technically wrong, but deserves huge credit for raising the right question that led to experiments proving quantum entanglement.

“Most people would assume that nature is made out of stuff distributed throughout space and time,” said Clauser, who while a high school student in the 1950s built a video game on a vacuum tube computer. “And that appears not to be the case.”

What the work shows is “parts of the universe—even those at great distances from each other—are connected,” said Johns Hopkins physicist N. Peter Armitage. “This is something so unintuitive and something so at odds with how we feel the world ‘should’ be.”

This hard-to-understand field started with thought experiments. But what in one sense is philosophical musings about the universe also holds hope for more secure and faster computers all based on entangled photons and matter that still interact no matter how distant.

“With my first experiments I was sometimes asked by the press what they were good for,” Zeilinger, 77, told reporters in Vienna. “And I said with pride: ‘It’s good for nothing. I’m doing this purely out of curiosity.’ <…>

In quantum entanglement, establishing common information between two photons not near each other “allows us to do things like secret communication, in ways which weren’t possible to do before,” said David Haviland, chair of the Nobel Committee for Physics.

Quantum information “has broad and potential implications in areas such as secure information transfer, quantum computing and sensing technology,” said Eva Olsson, a member of the Nobel committee. “Its predictions have opened doors to another world, and it has also shaken the very foundations of how we interpret measurements.” Source: https://phys.org/news/2022-10-scientists-nobel-prize-physics-quantum.html


Kwantumfysica voor Dummies

(door Erik Tanghe) Er ligt een nieuwe steen op de tafel van m’n behandelingskamer.

Toen ik hem zag liggen in de uitstalraam van de edelsteenwinkel, voelde ik meteen een heel sterke aantrekkingskracht, alsof de steen me riep.

Dat is natuurlijk niet zo maar is het niet vreemd dat iets wat wij een dood materiaal noemen zo’n sterke aantrekkingskracht op ons kan uitoefenen?

Wat is dat toch met (edel)stenen en de kracht die ze op ons uitoefenen?

In m’n boekenkast staat een uitgebreid naslagwerk met daarin alle edelstenen vermeld en hun genezende uitwerking op het menselijke lichaam.

Hoe kan een steen die je niet kan ruiken, noch kan proeven, enige invloed uitoefenen op de mens?

Hoe kan een steen die niet radioactief is ons beter doen voelen of ons zelfs ziek maken?

Is het pure inbeelding dat wanneer ik een edelsteen tegen m’n hart houd, ik onmiddelijk voel of hij goed voor me is?

Om te begrijpen wat een edelsteen eigenlijk is en wat hij voor ons kan doen, dienen we ons te verdiepen in de kwantumfysica, meer bepaald de kwantumvelden theorie.

Die vertelt ons immers dat alles wat wij als materie ervaren, niets meer is dan een agitatie van een kwantumveld.

Alle materie is opgebouwd uit bouwstenen zoals quarks, electronen, fotonen, etc. Die deeltjes zijn een trilling van het desbetreffende quarkveld, het electronveld en het electromagnetische veld. Zo kan je licht zien als een agitatie van het electromagnetische veld in een vrije ruimte en wanneer het electromagnetische veld geagiteerd wordt in een draad of dus beperkte ruimte, spreken we over electriciteit.

Zo’n kwantumveld is dus niet meer dan een golf, een trilling en is dus geen materie.

Maar er is nog meer aan de hand.

Elk kwantumdeeltje heeft een ongekende vrijheid om te doen wat het wil.

Het kan op elke willekeurige plaats aanwezig zijn en zelfs op verschillende plekken tegelijk. Het heeft een bepaalde lading en een richting waarin die lading zich voorbeweegt, even eenvoudig voorgesteld.

Dat noemen we degrees of freedom en elk kwantumdeeltje heeft er drie, zijnde plaats, lading en richting en in elk van deze heeft dan weer verschillende degrees of freedom, zijnde bv links, rechts, boven, onder…

Als we een aantal kwantumdeeltjes samen plaatsen en dus een voorwerp gaan creëren, wordt het een beetje lastig om voor elk deeltje die drie degrees of freedom te behouden want als elk deeltje van een voorwerp gaat doen waar het zin in heeft en elk lekker z’n eigen plek gaat kiezen, is er geen voorwerp meer. Dat voorwerp wordt immers bepaald door een geometrische structuur volgens dewelke die kwantumdeeltjes zich dienen te schikken.

Vergelijk het met een groep mensen. Ieder individu van een groep is vrij om te doen wat hij of zij wil maar als iedereen dat blijft doen, kan je niet meer van een groep spreken. Een groep beweegt immers in dezelfde richting en kan je vergelijken met een voorwerp.

Even terug naar onze edelsteen.

Een steen is behoorlijk stevige en harde materie met een hoge densiteit. Dat wil dus zeggen dat er heel veel atomen dicht bij elkaar zitten en al die atomen bestaan uit quarks en electronen die allemaal hun degrees of freedom hebben. Maar omdat er zoveel degrees of freedom bij elkaar zitten die zich dienen te gedragen volgens een bepaalde geometrische structuur, blijft er nog heel weinig vrijheid over.

Die geometrische structuur is bij veel edelstenen ook heel mooi zichtbaar in de meervlakkige kristalstruktuur.

Een edelsteen is dus eigenlijk heel star en dus ook erg specifiek waardoor hij heel krachtig wordt als die specifieke structuur met jou resoneert.

Een edelsteen is een gecondenseerde versie van één bepaalde richting, van één resterende degree of freedom.

Een edelsteen is letterlijk en figuurlijk onbuigzaam en wijst in één enkele richting en als jij die richting of dat duwtje in die richting nodig hebt dan voel je dat.

Een edelsteen heeft een heel specifieke trilling, gevat in een strakke geometrische structuur zoals een bundel laserlicht heel gericht en dat kan je voelen.. het kan je healen en het kan je breken.

Er zijn ontzettend veel verschillende edelstenen op de aarde, de één al mooier dan de andere. Ze vormen als het ware een bibliotheek van de verschillende geometrische structuren die mogelijk zijn. Het zijn richtingsaanwijzers waarheen wij als mens kunnen evolueren, niet omdat ze het doel zijn maar zij kunnen wel onze energetische structuur een duwtje geven.

Voor wie een betere inkijk in de kwantumfysica wil krijgen geef ik op 2 oktober  om 11 u  een lezing ‘Kwantumfysica voor dummies’ in Alkmaar.

Het is een lezing die deel uitmaakt van een krachtdag  ( https://brongenoten.nl/evenementen/krachtdag/ ) met heel wat lezingen over hoe onze werkelijkheid er nu echt uitziet en waarom ze werd gecreëerd

Kort samengevat vertellen al de verschillende lezingen ons dat wij als bewustzijn ons hebben aangekoppeld aan deze holografische werkelijkheid.

Bron: Erik Tanghe https://www.whitelight-healing.com/nieuws.html#krachtdag


Quantum biology – video

Professor Jim Al-Khalili schetst het verhaal van misschien wel de belangrijkste, nauwkeurige en toch verbijsterende wetenschappelijke theorie ooit: de kwantumfysica.

Het verhaal van de kwantumfysica begint aan het begin van de 20e eeuw met wetenschappers die proberen beter te begrijpen hoe gloeilampen werken. Deze eenvoudige vraag leidde wetenschappers al snel tot diep in de verborgen werking van materie, in de subatomaire bouwstenen van de wereld om ons heen. Hier ontdekten ze fenomenen zoals ze nog nooit eerder waren tegengekomen – een rijk waar dingen op veel plaatsen tegelijk kunnen zijn, waar toeval en waarschijnlijkheid de baas zijn en waar de realiteit alleen echt lijkt te bestaan ​​als we ze observeren.

Albert Einstein had een hekel aan het idee dat de natuur, op het meest fundamentele niveau, door toeval wordt bestuurd. Jim onthult hoe Einstein in de jaren dertig dacht dat hij een fatale fout in de kwantumfysica had gevonden. Dit werd pas serieus genomen toen het in de jaren zestig werd getest. Professor Al-Khalili herhaalt dit kritische experiment, waarbij hij de vraag stelt of de werkelijkheid werkelijk bestaat, of toveren we haar tot bestaan ​​door middel van observatie?

Elders onderzoeken we hoe planten en bomen zich houden aan de meest bekende wet van de kwantumfysica – het onzekerheidsprincipe – terwijl ze zonlicht opvangen tijdens het vitale proces van fotosynthese. Zou de kwantummechanica het grootste mysterie in de biologie kunnen verklaren – evolutie?

English: Professor Jim Al-Khalili traces the story of arguably the most important, accurate and yet perplexing scientific theory ever: quantum physics. The story of quantum physics starts at the beginning of the 20th century with scientists trying to better understand how light bulbs work.

This simple question soon led scientists deep into the hidden workings of matter, into the sub-atomic building blocks of the world around us. Here they discovered phenomena unlike any encountered before – a realm where things can be in many places at once, where chance and probability call the shots and where reality appears to only truly exist when we observe it.

Albert Einstein hated the idea that nature, at its most fundamental level, is governed by chance. Jim reveals how in the 1930’s, Einstein thought he’d found a fatal flaw in quantum physics. This was not taken seriously until it was tested in the 1960s. Professor Al-Khalili repeats this critical experiment, posing the question does reality really exist, or do we conjure it into existence by the act of observation?

Elsewhere, we explore how the most famous law of quantum physics – The Uncertainty Principle – is obeyed by plants and trees as they capture sunlight during the vital process of photosynthesis. Could quantum mechanics explain the greatest mystery in biology – evolution?


Holografisch bewustzijn

Het woord ‘hologram’ en ‘holografisch’ wordt best vaak gebruikt. En het kan verschillende dingen betekenen. En dan “holografisch bewustzijn”, wat zou dat zijn? Hier is een voorbeeld van de werking van ons hologrambewustzijn uit Crowd Power 5.

Martijn: …Het is wel zo dat niet welwillende krachten heel erg veel profijt hebben bij het feit, dat die inserties in dit geval het hologrambewustzijn, dat die van het ene bewustzijnsveld overgedragen worden aan een ander bewustzijnsveld. En dat is een gegeven, dat ook voortkomt uit onze oorspronkelijkheid.

In de thuiswereld, de werkelijke Aarde, waarin alles vanuit een enorm prachtig mooi, gigantisch scheppingsplan goed geregeld is, waarin wij alleen maar vanuit dienstbaarheid en vanuit liefde met elkaar werken, waar we echt geen winkels hebben, waar wel plekken zijn waar je iets kunt ophalen maar met een heel andere format erachter, en vanuit die realiteit is alles holografisch in een lichtveld aan elkaar gekoppeld….

(bron: Crowd Power 5 Met Arjan Bos en Martijn van Staveren https://www.youtube.com/watch?v=9AZ7cw1vAe0 fragment vanaf 17:30 min)

Fractalen en de metafoor van Indra’s Net van parels

Een ander prachtig beeld van hoe hologrambewustzijn werkt kwam in de essay The Conscious Universe van Paul Mulliner. Hij benoemt fractalen, maar ook het beeld bekend uit een oude boeddhistische traditie – Indra’s Net van parels. Kijk:

“Het totale aantal minds in het universum is één – Erwin Schrödinger

“De wijsheid tradities onthullen wijdverbreide intuïtieve insights van de niet-lokaliteit van universeel bewustzijn.

De oude boeddhistische metafoor die bekend staat als Indra’s Net beschrijft de onderlinge verbondenheid van het Universum als een oneindige reeks juwelen, die elk een afbeelding van alle andere juwelen in het oppervlak bevatten.

Als een niet-lokaal, dynamisch hologram, met fractale zelfgelijkenis op alle schalen, past elk deel van het hele veld zich voortdurend aan veranderingen in elk ander deel van het veld aan.

Een intelligente, dynamische onderlinge verbondenheid, orkestreert en verbindt alles wat we overal als realiteit kennen.

Ieder van ons is volledig verbonden met en gekend binnen het hele Universum.

Deze intuïties zijn zelfs voor sceptici aannemelijk gebleken, door de experimentele bevestiging van de niet-lokaliteit van kosmische energie. ( Alain Aspect 1982 )”

uit Paul Mulliner https://paul-mulliner.medium.com/the-conscious-universe-74f72e870dff, in het Nederlands: https://brongenoten.nl/2022/08/het-bewuste-universum-en-wij/

En hier is een voorstelling van Indra’s Net

“Stel je een multidimensionaal spinnenweb voor in de vroege ochtend bedekt met dauwdruppels. En elke dauwdruppel bevat de reflectie van alle andere dauwdruppels. En in elke gereflecteerde dauwdruppel, de reflecties van alle andere dauwdruppels in die reflectie. En dus tot in het oneindige. Dat is de boeddhistische opvatting van het universum in een beeld.” – Alan Watts

En in een korrel zand de hele wereld zien…

In dit filmpje vertelt Gregg Braden over basisprincipes van onze driedimensionale realiteit, hij noemt het Divine Matrix. Hier worden het principe van verstrikking (verbinding) en ook het holografische principe (begint ongeveer bij 5:05 min) in beeld gebracht met verschillende voorbeelden.

Gregg Braden – It’s Entangled, It’s Holographic, and It’s a TWO-WAY Communication System (18:14)

To see a World in a Grain of Sand

And a Heaven in a Wild Flower

Hold Infinity in the palm of your hand

And Eternity in an hour …

(uit   Auguries of Innocence door William Blake)

3 voorbeelden van holografische principe

– een deel weerspiegelt het geheel (als bv in een holografische boekenleggers)

– holografische principe van het DNA, cellen en het menselijk lichaam en de werking van het brein

– bestaat het Universum apart van ons of alles is met alles verbonden en wij waarnemen en ontvouwen het Universum? (Meer over John Wheeler, quantum fysica, samenwerkende Universum: https://futurism.com/john-wheelers-participatory-universe)

Quotes J.A. Wheeler

No space, no time, no gravity, no electromagnetism, no particles. Nothing. We are back where Plato, Aristotle and Parmenides struggled with the great questions: How Come the Universe, How Come Us, How Come Anything? But happily also we have around the answer to these questions. That’s us.

John Archibald Wheeler

“We are participants in bringing into being not only the near and here, but the far away and long ago.” 

John Archibald Wheeler

En wat betekent het dan allemaal, de dappere lezer, die dit onderzoek al tot hier heeft gebracht?

Het is dus puur quantum fysica, dat zelfs de kleinste verandering in een deel oneindig weerspiegeld en weerspiegeld zal worden (is en was), zowel in een beweging naar een autonoom vrij bewustzijn als andersom. Dus elk deeltje is belangrijk. Elke bewuste waarneming heeft grote gevolgen. Elkaar zien, echt zien, ondersteunen en niet uitsluiten – pure WETENschap.

Zou er ook bewustzijn bestaan, die niet holografisch is?

Wat heeft dit principe (precies) te maken met wat we geboorte / overlijden noemen?

Heeft holografisch bewustzijn ook betekenis voor sterren en planeten?

188 Superbeschavingen zouden de Mens hebben gecreëerd door alle frequenties bij elkaar te brengen, als ik het goed begrijp. Is het principe van holografisch bewustzijn ervoor per se nodig?

Nog genoeg vragen over… Misschien heb je ook nog een vraag? of een antwoord?


The Twin-Photon Experiment – Gregg Braden

Gregg Braden – Er is geen twijfel dat WIJ allemaal verbonden ZIJN, de vraag is alleen ‘Hoe diep’?

Gregg Braden legt in deze episode van Missing Links series (Gaia.com) hoe precies het experiment over de tweeling fotonen ging en wat het voor wetenschap en voor ons mensen betekent. Ook het holografische principe van het universum is belangrijk en wordt hier uitgelegd. https://www.youtube.com/watch?v=cNdALb5Ha_U (19:47)

“Gedurende driehonderd jaar hebben wetenschappers gewerkt aan een objectief begrip van de natuurlijke wereld en onze verbinding ermee. Onderweg werden enkele valse veronderstellingen gemaakt en deze begrippen werden een onderdeel van de opgelegde doctrine. Naarmate technologie en technieken blijven verbeteren, dagen nieuwe resultaten van oude experimenten deze veronderstellingen uit. We onderzoeken de resultaten van baanbrekende experimenten die bevestigen dat alle dingen zich in een veld bevinden dat kan worden beïnvloed door onze emoties en diepste overtuigingen. Met speciale dank aan onze partner Gaia.”

From Gregg Braden – For three hundred years, scientists have worked to come to an objective understanding of the natural world and our connection to it. Along the way, some false assumptions were made and these notions became a part of the enforced doctrine. As technology and techniques continue to improve, new results to old experiments are challenging these assumptions. We explore the results of cutting edge experiments which confirm that all things are contained within a field which can be influenced by our emotions and innermost beliefs. With Special Thanks to our partner Gaia.

Meer episodes van Missing Links: https://www.youtube.com/watch?v=VA5NomFCn9Y&list=PL3x97UAYyoPVXEgNbOyXwrhkCzhGZSRy1


Waarom kwantummechanica nog steeds fysici verbluft (deel 2)

Vele werelden, één kat

( Zie deel 1 https://brongenoten.nl/2022/02/waarom-kwantummechanica-nog-steeds-fysici-verbluft-deel-1/) Sommige pogingen om die vraag te beantwoorden, hebben in ieder geval alleen maar een extra dosis gekheid toegevoegd aan het kwantumbrouwsel. Misschien wel de vreemdste van alle interpretaties is die welke voor het eerst werd voorgesteld in 1957 door de natuurkundige Hugh Everett van Princeton. In zijn proefschrift betoogde Everett dat de vergelijkingen (formules) van de kwantummechanica helemaal “zo als ze zijn” moeten worden genomen: kwantumgolven zijn reëel, waarbij elke mogelijke golf in feite een afzonderlijke, onafhankelijke realiteit vertegenwoordigt. Volgens de Many Worlds-theorie, zoals het idee van Everett nu bekend is, vindt elke mogelijke fysieke gebeurtenis daadwerkelijk plaats – in zijn eigen parallelle universum. De implicaties zijn onthutsend. Op dit moment, bijvoorbeeld, lezen ontelbaar veel van jullie dit, mogelijk hun hoofd krabbend.

Ondanks al zijn universum-verwekkende vreemdheid, heeft de Many Worlds-visie veel voorstanders. “In zekere zin is het erg conservatief”, zegt David Wallace, natuurkundefilosoof aan de University of Southern California. “Het laat de fysica ongewijzigd, en het houdt vast aan het idee dat wetenschappelijke theorieën ons een beschrijving moeten geven van wat er aan de hand is, zelfs als wat er aan de hand is veel vreemder is dan wat we dachten.”

Maar natuurlijk is er geen consensus. Veel natuurkundigen geven de voorkeur aan het idee dat kwantumgolven – of beter gezegd, hun wiskundige representaties, golffuncties – niet overeenkomen met werkelijke fysieke entiteiten; de golffunctie spiegelt eenvoudigweg de kans weer dat een bepaald experimenteel resultaat zal optreden. Dit elimineert de paradoxen van de kwantummechanica zonder de noodzaak om ontelbare universums op te roepen. Voorbeeld: de ongelukkige kat van Erwin Schrödinger.

Schrödinger, een tijdgenoot van Bohr en Einstein, en een van de grondleggers van de kwantummechanica, bedacht zijn beroemde gedachte-experiment om te benadrukken wat hij als “de absurditeit” van Bohrs ideeën zag. Zijn Rube Goldbergiaanse experiment bestaat uit zes componenten: een stalen doos, een kat, een radioactief element, een geigerteller, een hamer en een flesje cyanide. De kat wordt in de stalen kist gedaan; het deksel is gesloten. Niemand kan zien wat er binnen gebeurt. Gedurende een bepaald tijdsinterval kan het radioactieve element al dan niet een hoogenergetisch deeltje uitzenden. Als dat zo is, detecteert de geigerteller het en activeert de hamer om de flacon kapot te slaan, waardoor giftige dampen vrijkomen die de kat doden. Als dat niet het geval is, overleeft de kat.

Volgens de regels van de kwantummechanica bestaat het radioactieve deeltje als een golffunctie in al zijn mogelijke toestanden – zowel uitgezonden als niet uitgezonden. Een enkele, bepaalde toestand kristalliseert pas bij meting. Wat betekent dat voor de kat? Is het zowel levend als dood totdat iemand de doos opent om te kijken? Schrödinger maakte het idee belachelijk dat een kat – of wat dan ook – in twee verschillende toestanden tegelijk bestaat.

Voor sommige natuurkundigen laat het gedachte-experiment van Schrödinger zien dat de golffunctie niet reëel kan zijn, dat het niets meer is dan de waarschijnlijkheden van verschillende gebeurtenissen. De kat is levend of dood, niet levend en dood. De toestand van de kat wordt bepaald voordat iemand de doos opent. Het enige dat verandert als de doos opengaat, is onze kennis van het lot van de kat.

Kaarten tegen de werkelijkheid

In onze dagelijkse wereld lijken de wetten van de kwantumtheorie tot absurde resultaten te leiden. Maar hoe zit het met dat tweespleten-experiment? Als de golffunctie niet echt is, wat creëert dan die lichte en donkere banden?

Vier jaar geleden publiceerden Matthew Pusey van het Perimeter Institute in Waterloo, Ontario, Jonathan Barrett, toen aan de Universiteit van Londen, en Terry Rudolph van het Imperial College London een artikel in Nature Physics waarin ze overtuigend betoogden dat kwantumgolven echt moeten zijn. In een interview met Nature zei Clemson-natuurkundige Valentini: “Ik hou er niet van om hyper(bolisch) te klinken, maar ik denk dat het woord ‘seismisch’ waarschijnlijk van toepassing is op dit artikel.”

De stelling van Pusey, Barrett en Rudolph, bekend als PBR, gebruikt een geavanceerd wiskundig argument om aan te tonen dat elke interpretatie van de kwantummechanica die de golffunctie niet als een echt object behandelt, steevast leidt tot resultaten die in tegenspraak zijn met de kwantumtheorie zelf. Als ze gelijk hebben en de golffunctie reëel is, kunnen interpretaties zoals Everett’s Many Worlds, die de realiteit van de golffunctie als een gegeven beschouwen, aannemelijker gaan lijken. In dat geval zou de kat van Schrödinger levend zijn in het ene universum en dood in het andere. Als alternatief zouden fans van Bohr’s visie kunnen beweren dat de kat bestaat als een vage kwantumgolf in de gesloten doos; de uitgeputte kat zou inderdaad in een gecombineerde levend-dood staat zijn totdat iemand ernaar kijkt.

Om de kern van het PBR-argument te begrijpen, kunt u een eenvoudig kaartspel tussen u en een dealer overwegen met twee kaartspellen. Het ene kaartspel bevat alleen rode kaarten, het andere kaartspel alleen azen. De dealer geeft je een kaart en vraagt ​​uit welk kaartspel deze komt. In de meeste gevallen zal het antwoord eenvoudig zijn. Maar voor twee kaarten – de twee rode azen – is er geen manier om het te weten. De azen kunnen van beide decks komen. Dat is prima met een pak kaarten, maar de kwantumversie speelt niet zo makkelijk.

(Credit: Richard Kail/Getty Images)

Als de golffunctie geen echt fysiek object is en in plaats daarvan alleen experimentele kansen meet, dan zou meer dan één golffunctie een enkele fysieke toestand kunnen beschrijven, laten we zeggen de positie van een foton (net zoals die rode aas van beide stapels kan komen). Het idee dat een hele reeks verschillende golffuncties dezelfde onderliggende realiteit zouden kunnen beschrijven, valt uiteen in de kwantummechanica, zegt Pusey. De realiteit kan niet uit twee decks komen. Hij en zijn collega’s lieten zien dat de probabilistische of kans-interpretatie problematisch wordt.

“Het leidt tot zoveel mogelijkheden dat je kunt bewijzen dat de kwantummechanica het niet zou toestaan”, zegt Pusey. “Het zou niet logisch zijn als één fysieke toestand compatibel zou zijn met zoveel verschillende golffuncties. De voorspellingen die die golffuncties doen zijn zo verschillend.” De stelling van PBR laat zien dat kwantumtoestanden daarom uniek moeten corresponderen met iets dat echt is – dat wil zeggen, het bewijst dat de golffunctie echt bestaat en niet alleen een abstracte maatstaf voor waarschijnlijkheid is.

Ondanks enkele lovende recensies, heeft het PBR-resultaat niet veel gedachten veranderd. “Ik was een beetje teleurgesteld dat de mensen die het leuk vonden, de mensen waren die de conclusie al geloofden”, zegt Pusey. De nee-zeggers ontkennen in plaats daarvan een van de belangrijkste veronderstellingen van PBR: dat er een objectieve realiteit bestaat die we in de eerste plaats kunnen meten.

Een kneedbaar universum

Het idee van een volledig objectieve realiteit is het basisprincipe van de wetenschap, wat de belangrijkste reden is waarom Einstein zo ongemakkelijk was met Bohrs “niets bestaat zonder observatie” kijk op de kwantumtheorie. Maar Christopher Fuchs, een natuurkundige nu aan de Universiteit van Massachusetts, en Ruediger Schack van de Royal Holloway University of London zijn het daar niet mee eens. Ze beweren dat Bohr iets op het spoor was: ons idee van een objectieve realiteit moet worden gewijzigd. De fysieke wereld kan niet worden gescheiden van onze eigen pogingen om haar te onderzoeken. Hoe kan het ook anders, aangezien we zelf zijn ingebed in de wereld die we proberen te begrijpen?

Ze noemen hun manier van kijken naar de kwantummechanica QBism, een aangepaste versie van een theorie die ze ontwikkelden met de natuurkundige Carlton Caves van de University of New Mexico, genaamd Quantum Bayesianism. QBism combineert kwantummechanica met Bayesiaanse waarschijnlijkheid, een variatie op standaardwaarschijnlijkheid waarin de kansen op een bepaalde gebeurtenis worden herzien naarmate men meer kennis verkrijgt van de vele mogelijke omstandigheden die aan de gebeurtenis zijn gekoppeld. Als een patiënt bijvoorbeeld klaagt over hoofdpijn bij een arts, kan de eerste kans op een diagnose van hersenkanker laag zijn. Terwijl de arts de patiënt onderzoekt, kan de kans op een diagnose van kanker stijgen of dalen.

QBism past soortgelijke redeneringen toe op natuurkundige experimenten: wanneer natuurkundigen een experiment uitvoeren, werken ze hun eigen subjectieve kennis bij. Er is geen vaste onderliggende realiteit die verschillende waarnemers onafhankelijk van elkaar kunnen ervaren. Net zoals een arts elke patiënt afzonderlijk moet beoordelen, zo moet ook een natuurkundige de nieuwe, steeds veranderende verschijnselen benaderen die door de kwantumwereld worden gepresenteerd. In QBism kan de experimentator niet worden gescheiden van het experiment – beide zijn ondergedompeld in hetzelfde levende, onvoorspelbare moment.

“Als QBism iets radicaal en belangrijks zegt over de aard van de werkelijkheid, dan is het wel de participatie van waarnemers”, zegt Schack. “Observanten zijn belangrijk. En de werkelijkheid, als QBism gelijk heeft, kan niet worden bedacht zonder altijd observant erbij te betrekken. Dat is zeker een gewaagde uitspraak over de echte wereld, over de realiteit. Het is gewoon een kenmerk van de realiteit dat heel fundamenteel is.”

De kwantumtheorie, zegt Schack, biedt diepgaande observaties over de echte wereld, maar de theorie zelf is geen beschrijving van de wereld. Hij stelt dat de juiste manier om over kwantummechanica te denken, is als een reeks regels over hoe experimenten correct kunnen worden uitgevoerd.

“Of je een golf of deeltje ziet, hangt af van welke vraag je stelt”, zegt Schack. “Wat doen natuurkundigen? Ze kiezen experimenten. Je zou elk experiment kunnen omschrijven als een gok op de uitkomst. Kwantummechanica is een nuttige gids voor actie: het vertelt je hoe je je experimentele apparaat moet samenstellen zodat het uiteindelijk werkt.”

Schack zegt dat hij en Fuchs graag een term gebruiken die ze hebben geleend van de Amerikaanse filosoof William James, die de werkelijkheid als ‘kneedbaar’ beschouwde. QBism, zegt Schack, maakt hetzelfde punt. In wat voor soort universum leven we? Is het als een gigantische machine, waarbij de toekomst evolueert vanuit het verleden volgens onveranderlijke wetten? Of is het inherent interactief? “Waarom zou je een uurwerkuniversum willen?” vraagt hij. “QBism geeft een veel rijker universum. Het is een realiteit waarin we er veel meer toe doen dan ooit in een uurwerkuniversum.”

Terug naar het begin

Als QBism gelijk heeft, als de golffunctie niet echt is en de kwantumtheorie ons geen directe beschrijving van de werkelijkheid geeft, laat het de meest fundamentele van alle vragen onbeantwoord: hoe ziet de kwantumwereld er dan eigenlijk uit? Waar is het van gemaakt? Deeltjes? Golven? Iets dat we ons niet kunnen voorstellen? Voor theoretisch fysicus Valentini was het antwoord er al vanaf de vroegste dagen van de kwantumtheorie.

In 1927 ontwikkelde de Franse natuurkundige Louis de Broglie, die voor het eerst voorstelde dat deeltjes zich als golven zouden kunnen gedragen, een interpretatie van de kwantummechanica genaamd pilootgolftheorie, waarbij golven en deeltjes beide even reëel zijn. Elk deeltje berijdt zijn eigen golf. De pilootgolf is een bizar iets – het bestaat in meerdere dimensies – maar het is een echt fysiek object.

Pilootgolftheorie verklaart het vreemde tweespleten-experiment: een deeltje gaat altijd door de ene of de andere spleet; tegelijkertijd gaat zijn pilootgolf door beide spleten. Maar er is geen golf-deeltjesparadox omdat het experimentele apparaat en het golfsurfende deeltje allemaal één onderling afhankelijk systeem vormen dat wordt beschreven door een pilootgolf. Door een detector aan het experiment toe te voegen of te verwijderen, verandert de pilootgolf van het systeem en het patroon op het scherm.

Bohr en andere natuurkundigen verwierpen het idee van De Broglie echter gedeeltelijk, omdat het geen enkele manier bood om de exacte paden van deeltjes te voorspellen. In de jaren vijftig deed David Bohm, een vooraanstaand Amerikaans natuurkundige, wat extra werk met het idee van De Broglie, maar voor het grootste deel kwijnde de pilootgolftheorie weg tot het begin van de jaren negentig toen het Valentini als afstudeerstudent aan de haak sloeg.

Valentini heeft zijn carrière gewijd aan het bijna eigenhandig nieuw leven inblazen van het idee van een pilootgolf. Nu hebben zijn jarenlange werk een kans – een kleine, geeft hij toe – om in het gelijk te worden gesteld. Van de vele interpretaties van de kwantumtheorie is de pilootgolftheorie uniek, omdat Valentini een manier heeft gevonden om deze experimenteel te testen. Geen enkele andere interpretatie van de kwantummechanica kan die claim maken. Vele werelden, Bohr’s interpretatie en andere zijn allemaal experimenteel niet te onderscheiden – ze reproduceren de resultaten van de standaard kwantumtheorie. Maar als Valentini gelijk heeft, hebben bepaalde effecten voorspeld in de pilootgolftheorie misschien een afdruk achtergelaten op de kosmische microgolfachtergrond, de oerstraling die is overgebleven van de oerknal die nog steeds de hele ruimte doordringt.

De temperatuur van die straling is bijna een perfect uniforme 2,725 graden Celsius boven het absolute nulpunt. Gedetailleerde waarnemingen hebben echter kleine variaties in de straling gevonden. De standaardkwantumtheorie kan bijna al deze variaties verklaren, maar in 2015 onthulden nieuwe gegevens die door het Planck-ruimtevaartuig van de European Space Agency werden vrijgegeven, bewijs van kleine anomalieën in de achtergrondstraling. En dat is precies waar Valentini naar op zoek was. Terwijl de conventionele kwantumtheorie voorspelt dat willekeurige kwantumfluctuaties in het vroege universum hemelse sporen hebben achtergelaten, voorspelt de pilootgolftheorie fluctuaties die minder willekeurig zijn, waardoor er iets andere rimpels in de kosmische microgolfachtergrondstraling achterblijven.

“Het is verleidelijk”, zegt Valentini. “We doen de analyse deels om de zaken beter te begrijpen en deels om te zien wat de data ons kan vertellen over de voorspellingen die we hebben.” Nog twee jaar aan gegevens en analyse zou de kwestie moeten oplossen.

Valentini voelt zich ook aangemoedigd door de stelling van PBR omdat die steun verleent aan een centraal principe van de pilootgolftheorie: de golffunctie is reëel. Desalniettemin realiseert hij zich dat de kans dat zijn levenswerk wordt bevestigd klein is. “Wie weet wat er gaat gebeuren?” zegt hij. “Het kan twintig jaar werk in de afvoer zijn. We weten het niet. Je hebt verschillende kampen die hard aan het pushen zijn voor hun eigen interpretatie. Maar echt, als we eerlijk zijn, als wetenschappers, als een lid van het publiek ons ​​vraagt ​​wat de betekenis is van onze meest elementaire natuurkundetheorie, denk ik dat we allemaal moeten zeggen dat we het niet weten.”

________________________________________

Tim Folger is een bijdragende redacteur van Discover en serieredacteur van The Best American Science and Nature Writing, een jaarlijkse bloemlezing. Hij woont in Nieuw-Mexico.

[Dit artikel verscheen oorspronkelijk in gedrukte vorm als “The War Over Reality.”]

************************************************ ******************************************

Many Worlds, One Cat

(Part one: https://brongenoten.nl/2022/02/waarom-kwantummechanica-nog-steeds-fysici-verbluft-deel-1/) Some of the attempts to answer that question have, if anything, only added an extra dose of weirdness to the quantum brew. Perhaps the strangest of all the interpretations is the one first proposed in 1957 by Princeton physicist Hugh Everett. In his doctoral thesis, Everett argued that the equations of quantum mechanics should be taken at face value: Quantum waves are real, with each possible wave in effect representing a separate, independent reality. According to the Many Worlds theory, as Everett’s idea is now known, every possible physical event actually takes place — in its own parallel universe. The implications are staggering. At this moment, for example, an uncountable number of yous are reading this, possibly scratching their heads.

For all its universe-begetting outlandishness, the Many Worlds view has many advocates. “In a certain sense, it’s very conservative,” says David Wallace, a philosopher of physics at the University of Southern California. “It leaves the physics unchanged, and it holds onto the idea that scientific theories are supposed to give us a description of what is going on, even if what’s going on is much weirder than we thought.”

But, of course, there’s no consensus. Many physicists prefer the idea that quantum waves — or more precisely, their mathematical representations, wave functions — don’t correspond to actual physical entities; the wave function simply reflects the probability that a particular experimental outcome will occur. This eliminates the paradoxes of quantum mechanics without the necessity of conjuring innumerable universes. Case in point: Erwin Schrödinger’s hapless cat.

Schrödinger, a contemporary of Bohr and Einstein, and one of the founders of quantum mechanics, devised his famous thought experiment to highlight what he saw as the absurdity of Bohr’s ideas. His Rube Goldbergian experiment has six components: a steel box, a cat, a radioactive element, a Geiger counter, a hammer and a vial of cyanide. The cat is put in the steel box; the lid is closed. No one can see what’s happening inside. During any given interval of time, the radioactive element may or may not emit a high-energy particle. If it does, the Geiger counter detects it and triggers the hammer to smash the vial, releasing poisonous fumes that kill the cat. If it doesn’t, the cat survives.

According to the rules of quantum mechanics, the radioactive particle exists as a wave function in all its possible states — both emitted and not emitted. A single, definite state crystallizes only upon measurement. What does that mean for the cat? Is it both alive and dead until someone opens the box for a look? Schrödinger ridiculed the notion of a cat — or anything — existing in two different conditions at once.

To some physicists, Schrödinger’s thought experiment shows that the wave function can’t be real, that it represents nothing more than the probabilities of different events. The cat is alive or dead, not alive and dead. The cat’s condition is determined before anyone opens the box. The only thing that changes when the box opens is our knowledge of the cat’s fate.

Cards Against Reality

In our everyday world, it seems, the laws of quantum theory lead to absurd results. But what about that two-slit experiment? If the wave function isn’t actually real, what creates those light and dark bands?

Four years ago, Matthew Pusey of the Perimeter Institute in Waterloo, Ontario, Jonathan Barrett, then at the University of London, and Terry Rudolph at Imperial College London published a paper in Nature Physics where they argued convincingly that quantum waves must be real. In an interview with Nature, Clemson physicist Valentini said, “I don’t like to sound hyperbolic, but I think the word ‘seismic’ is likely to apply to this paper.”

Pusey, Barrett and Rudolph’s theorem, known as PBR, uses a sophisticated mathematical argument to show that any interpretation of quantum mechanics that doesn’t treat the wave function as a real object invariably leads to results that contradict quantum theory itself. If they’re right and the wave function is real, interpretations like Everett’s Many Worlds, which take the reality of the wave function as a given, could start to seem more plausible. In that case, Schrödinger’s cat would be alive in one universe, dead in another. Alternatively, fans of Bohr’s view could claim that the cat exists as a fuzzy quantum wave inside the closed box; the frazzled feline would indeed be in a combined alive-dead state until someone takes a look.

To get the gist of the PBR argument, consider a simple card game between you and a dealer involving two decks of cards. One deck holds only red cards, the other deck only aces. The dealer gives you a card and asks which deck it came from. In most cases the answer will be easy. But for two cards — the two red aces — there’s no way to tell. The aces could come from either deck. That’s fine with a deck of cards, but the quantum version doesn’t play so nicely.

(Credit: Richard Kail/Getty Images)

If the wave function is not a real physical object and instead only measures experimental probabilities, then more than one wave function could describe a single physical state, say the position of a photon (just like that red ace could come from either deck). The notion that a slew of different wave functions could describe the same underlying reality falls apart in quantum mechanics, says Pusey. Reality can’t come from two decks. He and his colleagues showed that the probabilistic interpretation becomes a problematic one.

“It leads to so many possibilities that you can prove that quantum mechanics wouldn’t allow it,” says Pusey. “It wouldn’t make sense for one physical state to be compatible with so many different wave functions. The predictions those wave functions make are so different.” The PBR theorem shows that quantum states must therefore correspond uniquely with something that’s real — that is, it proves the wave function actually exists and is not just an abstract measure of probability.

Despite some rave reviews, the PBR result hasn’t changed many minds. “I was a bit disappointed that the people who liked it were the people who already believed the conclusion,” says Pusey. The naysayers instead deny one of PBR’s main assumptions: that there exists an objective reality we can measure in the first place.

A Malleable Universe

The notion of a completely objective reality is the bedrock principle of science, which is the main reason Einstein was so uncomfortable with Bohr’s “nothing exists without observation” take on quantum theory. Yet Christopher Fuchs, a physicist now at the University of Massachusetts, and Ruediger Schack of Royal Holloway University of London disagree. They contend that Bohr was on to something: Our notion of an objective reality needs modification. The physical world cannot be separated from our own efforts to probe it. How could it be otherwise, since we ourselves are embedded in the very world we’re seeking to understand?

They call their way of looking at quantum mechanics QBism, a modified version of a theory they developed with University of New Mexico physicist Carlton Caves called Quantum Bayesianism. QBism combines quantum mechanics with Bayesian probability, a variation on standard probability in which the odds of any given event are revised as one gains more knowledge of the many possible conditions tied to the event. For example, if a patient complains of headaches to a doctor, the initial odds of a diagnosis of brain cancer might be low. As the doctor examines the patient, the odds of a cancer diagnosis may go up or down.

QBism applies similar reasoning to physics experiments: Whenever physicists perform an experiment, they are updating their own subjective knowledge. There is no fixed underlying reality that different observers can independently experience. Just as a doctor must assess each patient individually, so too must a physicist approach the fresh, ever-changing phenomena presented by the quantum world. In QBism, the experimentalist cannot be separated from the experiment — both are immersed in the same living, unpredictable moment.

“If QBism says one radical and important thing about the nature of reality, then observer participancy is it,” says Schack. “Subjects matter. And reality, if QBism is right, cannot be conceived without always including the subject. That’s certainly a bold statement about the real world, about reality. It’s just a feature of reality that is very fundamental.”

Quantum theory, Schack says, offers profound observations about the real world, but the theory itself is not a description of the world. He posits that the right way to think of quantum mechanics is as a set of rules about how to correctly conduct experiments.

“Whether you see a wave or particle depends on what question you ask,” says Schack. “What do physicists do? They choose experiments. You could describe any experiment as a gamble on the outcome. Quantum mechanics is a useful guide to action: It tells you how to put together your experimental apparatus so that it works in the end.”

Schack says he and Fuchs like to use a term they’ve borrowed from the American philosopher William James, who saw reality as being “malleable.” QBism, says Schack, makes the same point. What sort of universe do we inhabit? Is it like a giant machine, with the future evolving from the past according to immutable laws? Or is it inherently interactive? “Why would you want a clockwork universe?” he asks. “QBism gives a much richer universe. It’s a reality in which we matter far more than we ever could in a clockwork universe.”

Back to the Beginning

If QBism is right, if the wave function isn’t real and quantum theory doesn’t give us a direct description of reality, it leaves unanswered the most basic of all questions: What then is the quantum world actually like? What is it made of? Particles? Waves? Something beyond our ability to imagine? For theoretical physicist Valentini, the answer has been there from the earliest days of quantum theory.

In 1927, the French physicist Louis de Broglie, who first proposed that particles could behave like waves, developed an interpretation of quantum mechanics called pilot wave theory, where waves and particles are both equally real. Each particle rides its own wave. The pilot wave is a bizarre thing — it exists in multiple dimensions — but it is a real physical object.

Pilot wave theory explains the strange two-slit experiment: A particle always goes through one slit or the other; at the same time its pilot wave travels through both slits. But there’s no wave-particle paradox because the experimental apparatus and the wave-surfing particle all form one interdependent system described by a pilot wave. Adding or removing a detector from the experiment changes the system’s pilot wave and the pattern on the screen.

Bohr and other physics luminaries rejected de Broglie’s idea, though, in part because it didn’t provide any way to predict the exact paths of particles. In the 1950s, David Bohm, a leading American physicist, did some additional work with de Broglie’s idea, but for the most part pilot wave theory languished until the early 1990s when it hooked Valentini as a grad student.

Valentini has devoted his career to almost single-handedly resurrecting the pilot wave idea. Now his years of work actually have a chance — a small one, he admits — of being vindicated. Of the many interpretations of quantum theory, pilot wave theory is unique in that Valentini has found a way in which it might be experimentally tested. No other interpretation of quantum mechanics can make that claim. Many Worlds, Bohr’s interpretation and others are all experimentally indistinguishable — they reproduce the results of standard quantum theory. But if Valentini is right, certain effects predicted in pilot wave theory may have left an imprint on the cosmic microwave background, the primordial radiation left over from the Big Bang that still pervades all of space.

The temperature of that radiation is almost a perfectly uniform 2.725 degrees Celsius above absolute zero. Detailed observations, however, have found slight variations in the radiation. Standard quantum theory can explain nearly all of these variations, but in 2015, new data released by the European Space Agency’s Planck spacecraft revealed evidence of small anomalies in the background radiation. And that is just the kind of thing Valentini has been looking for. While conventional quantum theory predicts that random quantum fluctuations in the early universe have left celestial imprints, pilot wave theory predicts fluctuations that are less random, leaving slightly different wrinkles in the cosmic microwave background radiation.

“It’s tantalizing,” Valentini says. “We’re carrying out the analysis partly to understand things better and partly to see what the data can tell us about the predictions that we have.” Another two years of data and analysis should settle the question.

Valentini also feels encouraged by the PBR theorem because it lends support to a central tenet of pilot wave theory: The wave function is real. Nevertheless, he realizes the odds of his life’s work being confirmed are slim. “Who knows what will happen?” he says. “It may be 20 years of work down the drain. We don’t know. You have different camps pushing hard for their own interpretation. But really, if we’re going to be honest, as scientists, if a member of the public asks us what is the meaning of our most basic theory of physics, I think we all have to say we don’t know.”


Tim Folger is a contributing editor to Discover and series editor of The Best American Science and Nature Writing, an annual anthology. He lives in New Mexico.

[This article originally appeared in print as “The War Over Reality.”]

Source: Bron: https://www.discovermagazine.com/the-sciences/why-quantum-mechanics-still-stumps-physicists


Een vijfde fundamentele kracht zou echt kunnen bestaan, maar die hebben we nog niet gevonden

(from Universe Today.com) Het universum wordt bestuurd door vier fundamentele krachten: zwaartekracht, elektromagnetisme en de sterke en zwakke kernkrachten. Deze krachten sturen de beweging en het gedrag van alles wat we om ons heen zien. Tenminste dat vinden wij. Maar de afgelopen jaren zijn er steeds meer aanwijzingen voor een vijfde fundamentele kracht. Nieuw onderzoek heeft deze vijfde kracht niet ontdekt, maar het laat wel zien dat we deze kosmische krachten nog steeds niet volledig begrijpen.

De fundamentele krachten maken deel uit van het standaardmodel van de deeltjesfysica. Dit model beschrijft alle verschillende kwantumdeeltjes die we waarnemen, zoals elektronen, protonen, antimaterie en dergelijke. Quarks, neutrino’s en het Higgs-deeltje maken allemaal deel uit van het model.

De term “kracht” in het model is een beetje een verkeerde benaming. In het standaardmodel is elke kracht het resultaat van een type dragerboson. Fotonen zijn het dragerboson voor elektromagnetisme. Gluonen zijn de dragerbosonen voor de sterke, en bosonen die bekend staan ​​als W en Z zijn voor de zwakken. Zwaartekracht maakt technisch gezien geen deel uit van het standaardmodel, maar er wordt aangenomen dat kwantumzwaartekracht een boson heeft dat bekend staat als het graviton. We begrijpen kwantumzwaartekracht nog steeds niet volledig, maar een idee is dat zwaartekracht kan worden verenigd met het standaardmodel om een ​​grote verenigde theorie (GUT) te produceren.

Elk deeltje dat we ooit hebben ontdekt, maakt deel uit van het standaardmodel. Het gedrag van deze deeltjes komt zeer nauwkeurig overeen met het model. We hebben naar deeltjes gezocht die verder gaan dan het standaardmodel, maar tot nu toe hebben we er nog nooit een gevonden. Het standaardmodel is een triomf van wetenschappelijk inzicht. Het is het toppunt van dekwantumfysica.

Deeltjes en interactiebosonen van het standaardmodel. Credit: Particle Data Group

Om te beginnen weten we nu dat het standaardmodel niet kan combineren met de zwaartekracht op de manier waarop we dachten. In het standaardmodel “verenigen” de fundamentele krachten zich op hogere energieniveaus. Elektromagnetisme en de zwakken combineren in de elektrozwakke, en de elektrozwakke verenigt zich met de sterken om de elektro nucleaire kracht te worden. Bij extreem hoge energieën zouden de elektro nucleaire en gravitatiekrachten zich moeten verenigen. Experimenten in de deeltjesfysica hebben aangetoond dat de unificatie-energieën niet overeenkomen.

Maar we zijn begonnen te leren dat het een aantal ernstige problemen heeft.

Observations of galaxies show the distribution of dark matter. Credit: X-ray: NASA/CXC/Ecole Polytechnique Federale de Lausanne, Switzerland/D.Harvey & NASA/CXC/Durham Univ/R.Massey; Optical & Lensing Map: NASA, ESA, D. Harvey (Ecole Polytechnique Federale de Lausanne, Switzerland) and R. Massey (Durham University, UK)

Meer problematisch is de kwestie van donkere materie. Donkere materie werd voor het eerst voorgesteld om te verklaren waarom sterren en gas aan de buitenrand van een melkwegstelsel sneller bewegen dan voorspeld door de zwaartekracht. Ofwel is onze zwaartekrachttheorie op de een of andere manier fout, of er moet een onzichtbare (donkere) massa in sterrenstelsels zijn. In de afgelopen vijftig jaar is het bewijs voor donkere materie echt sterk geworden. We hebben waargenomen hoe donkere materie sterrenstelsels clustert, hoe het wordt verdeeld binnen bepaalde sterrenstelsels en hoe het zich gedraagt. We weten dat het geen sterke wisselwerking heeft met gewone materie of zichzelf, en het vormt de meerderheid van de massa in de meeste sterrenstelsels.

We don’t understand most of the universe. Credit: Chandra X-ray Observatory

Dan is er donkere energie. Gedetailleerde waarnemingen van verre sterrenstelsels laten zien dat het heelal zich steeds sneller uitbreidt. Er lijkt een soort energie te zijn die dit proces aandrijft, en we begrijpen niet hoe. Het kan zijn dat deze versnelling het gevolg is van de structuur van ruimte en tijd, een soort kosmologische constante die ervoor zorgt dat het heelal uitdijt. Het kan zijn dat dit wordt aangedreven door een nieuwe kracht die nog moet worden ontdekt. Wat donkere energie ook is, het maakt meer dan twee derde van het universum uit.

Maar er is geen deeltje in het standaardmodel dat donkere materie zou kunnen vormen. Het is mogelijk dat donkere materie gemaakt kan worden van zoiets als kleine zwarte gaten, maar astronomische gegevens ondersteunen dat idee niet echt. Donkere materie is hoogstwaarschijnlijk gemaakt van een nog onontdekt deeltje, een deeltje dat het standaardmodel niet voorspelt.

Dit alles wijst erop dat het standaardmodel op zijn best onvolledig is. Er zijn dingen die we fundamenteel missen in de manier waarop het universum werkt. Er zijn veel ideeën voorgesteld om het standaardmodel te repareren, van supersymmetrie tot nog onontdekte quarks, maar één idee is dat er een vijfde fundamentele kracht is. Deze kracht zou zijn eigen dragerboson(en) hebben, evenals nieuwe deeltjes die verder gaan dan degene die we hebben ontdekt.

Deze vijfde kracht zou ook interageren met de deeltjes die we hebben waargenomen op subtiele manieren die in tegenspraak zijn met het standaardmodel. Dit brengt ons bij een nieuw artikel dat beweert bewijs te hebben voor een dergelijke interactie.

Het artikel kijkt naar een anomalie in het verval van helium-4-kernen en bouwt voort op een eerdere studie van beryllium-8-verval. Beryllium-8 heeft een onstabiele kern die vervalt in twee kernen van helium-4. In 2016 ontdekte het team dat het verval van beryllium-8 het standaardmodel enigszins lijkt te schenden. Wanneer de kernen zich in een aangeslagen toestand bevinden, kan het een elektron-positron-paar uitzenden terwijl het vervalt. Het aantal waargenomen paren onder grotere hoeken is hoger dan het standaardmodel voorspelt, en staat bekend als de Atomki-anomalie.

Er zijn veel mogelijke verklaringen voor de anomalie, waaronder een experimentfout, maar een verklaring is dat het wordt veroorzaakt door een boson, het team genaamd X17. Het zou het dragerboson zijn voor een (nog onbekende) vijfde fundamentele kracht, met een massa van 17 MeV. In het nieuwe artikel vond het team een ​​vergelijkbare discrepantie in het verval van helium-4. Het X17-deeltje zou deze anomalie ook kunnen verklaren.

Hoewel dit opwindend klinkt, is er reden om voorzichtig te zijn. Als je naar de details van het nieuwe artikel kijkt, zijn er een beetje vreemde gegevensaanpassingen. Kortom, het team gaat ervan uit dat X17 nauwkeurig is en laat zien dat de gegevens kunnen worden aangepast aan hun model. Aantonen dat een model de anomalieën kan verklaren, is niet hetzelfde als bewijzen dat je model de anomalieën verklaart. Andere verklaringen zijn mogelijk. Als X17 bestaat, hadden we het ook in andere deeltjesexperimenten moeten zien, en dat hebben we niet. Het bewijs voor deze “vijfde kracht” is echt zwak.

De vijfde kracht zou kunnen bestaan, maar die hebben we nog niet gevonden. Wat we wel weten is dat het standaardmodel niet helemaal klopt, en dat betekent dat er een aantal zeer interessante ontdekkingen wachten om ontdekt te worden.

Bron: https://www.universetoday.com/144173/a-fifth-fundamental-force-could-really-exist-but-we-havent-found-it-yet/

======================================================================

English (original)

A Fifth Fundamental Force Could Really Exist, But We Haven’t Found It Yet

The universe is governed by four fundamental forces: gravity, electromagnetism, and the strong and weak nuclear forces. These forces drive the motion and behavior of everything we see around us. At least that’s what we think. But over the past several years there’s been increasing evidence of a fifth fundamental force. New research hasn’t discovered this fifth force, but it does show that we still don’t fully understand these cosmic forces.

The fundamental forces are a part of the standard model of particle physics. This model describes all the various quantum particles we observe, such as electrons, protons, antimatter, and such. Quarks, neutrinos and the Higgs boson are all part of the model.

The term “force” in the model is a bit of a misnomer. In the standard model, each force is the result of a type of carrier boson. Photons are the carrier boson for electromagnetism. Gluons are the carrier bosons for the strong, and bosons known as W and Z are for the weak. Gravity isn’t technically part of the standard model, but it’s assumed that quantum gravity has a boson known as the graviton. We still don’t fully understand quantum gravity, but one idea is that gravity can be united with the standard model to produce a grand unified theory (GUT).

Every particle we’ve ever discovered is a part of the standard model. The behavior of these particles matches the model extremely accurately. We have looked for particles beyond the standard model, but so far we have never found any. The standard model is a triumph of scientific understanding. It is the pinnacle of quantum physics.

Particles and interaction bosons of the standard model. Credit: Particle Data Group

To begin with, we now know the standard model can’t combine with gravity in the way that we thought. In the standard model, the fundamental forces “unify” at higher energy levels. Electromagnetism and the weak combine into the electroweak, and the electroweak unifies with the strong to become the electronuclear force. At extremely high energies the electronuclear and gravitational forces should unify. Experiments in particle physics have shown that the unification energies don’t match up.

But we’ve started to learn it has some serious problems.

Observations of galaxies show the distribution of dark matter. Credit: X-ray: NASA/CXC/Ecole Polytechnique Federale de Lausanne, Switzerland/D.Harvey & NASA/CXC/Durham Univ/R.Massey; Optical & Lensing Map: NASA, ESA, D. Harvey (Ecole Polytechnique Federale de Lausanne, Switzerland) and R. Massey (Durham University, UK)

More problematic is the issue of dark matter. Dark matter was first proposed to explain why stars and gas on the outer edge of a galaxy move faster than predicted by gravity. Either our theory of gravity is somehow wrong, or there must be some invisible (dark) mass in galaxies. Over the past fifty years, the evidence for dark matter has gotten really strong. We’ve observed how dark matter clusters galaxies together, how it is distributed within particular galaxies, and how it behaves. We know it doesn’t interact strongly with regular matter or itself, and it makes up the majority of mass in most galaxies.

We don’t understand most of the universe. Credit: Chandra X-ray Observatory

Then there is dark energy. Detailed observations of distant galaxies show that the universe is expanding at an ever-increasing rate. There seems to be some kind of energy driving this process, and we don’t understand how. It could be that this acceleration is the result of the structure of space and time, a kind of cosmological constant that causes the universe to expand. It could be that this is driven by some new force yet to be discovered. Whatever dark energy is, it makes up more than two-thirds of the universe.

But there is no particle in the standard model that could make up dark matter. It’s possible that dark matter could be made of something such as small black holes, but astronomical data doesn’t really support that idea. Dark matter is most likely made of some yet undiscovered particle, one the standard model doesn’t predict.

All of this points to the fact that the standard model is, at best, incomplete. There are things we are fundamentally missing in the way the universe works. Lots of ideas have been proposed to fix the standard model, from supersymmetry to yet undiscovered quarks, but one idea is that there is a fifth fundamental force. This force would have its own carrier boson(s) as well as new particles beyond the ones we’ve discovered.

This fifth force would also interact with the particles we have observed in subtle ways that contradict the standard model. This brings us to a new paper claiming to have evidence of such an interaction.

The paper looks at an anomaly in the decay of helium-4 nuclei, and it builds off an earlier study of beryllium-8 decays. Beryllium-8 has an unstable nucleus that decays into two nuclei of helium-4. In 2016 the team found that the decay of beryllium-8 seems to violate the standard model slightly. When the nuclei are in an excited state, it can emit an electron-positron pair as it decays. The number of pairs observed at larger angles is higher than the standard model predicts, and is known as the Atomki anomaly.

There are lots of possible explanations for the anomaly, including experiment error, but one explanation is that it’s caused by boson the team named X17. It would be the carrier boson for a (yet unknown) fifth fundamental force, with a mass of 17 MeV. In the new paper, the team found a similar discrepancy in the decay of helium-4. The X17 particle could also explain this anomaly.

While this sounds exciting, there’s reason to be cautious. When you look at the details of the new paper, there’s a bit of odd data tweaking. Basically, the team assumes X17 is accurate and shows that the data can be made to fit with their model. Showing that a model can explain the anomalies isn’t the same as proving your model does explain the anomalies. Other explanations are possible. If X17 does exist, we should have also seen it in other particle experiments, and we haven’t. The evidence for this “fifth force” is really weak.

The fifth force could exist, but we haven’t found it yet. What we do know is that the standard model doesn’t entirely add up, and that means some very interesting discoveries are waiting to be found.

Source: New evidence supporting the existence of the hypothetic X17 particle https://arxiv.org/abs/1910.10459 , by Krasznahorkay, A. J., et al.

Source: Observation of anomalous internal pair creation in be 8: A possible indication of a light, neutral boson, https://arxiv.org/abs/1504.01527  by Krasznahorkay, A. J., et al.

From: https://www.universetoday.com/144173/a-fifth-fundamental-force-could-really-exist-but-we-havent-found-it-yet/