Wie ben ik? Wat is mijn kern?

Springend, dansend, kolkend van verlangen,

Goddelijke extase in enerverend ontvangen,

Druppels van lachende kranen en verdriet, kolkende modderstromen,

diepe dalen van duistere somberheid en toppen van intens geluk,

Verenigd in een goddelijk duel, stekend, terugtrekkend, uitdagend,

Dodelijke dans van gemiste kans, levendige geboorte van nieuw potentieel.

Bergen, zeeën, meren, licht wat licht opeet en weer uitspuwt,

Vuur, regen, aarde, metaal, vloeiende emoties en brokken gesmolten taal.

Uitbreiding, inkrimping, verzengende hitte, kou, verveling, de dood.

Energieën die heen en weer bewegen in een eindeloos spel,

Steeds veranderend, uitdagend, timide, woest, subtiel, steriel en sensueel,

Zinnelijke dans van orde en structuur,

Afbrokkelend in een bruisende massa van emotioneel scheppend vuur,

Voedend en opbouwend, stuwend en krachtig naar buiten duwend.

Vernietigende en dodelijke gedachten gemengd met passioneel vuur,

Dit alles en meer, in dit toepasselijke laatste menselijk evolutioneel uur.

Ik ben God, laat alles er maar zijn, de liefde en de pijn,

De twijfel van de gedachten, de onoverwinnelijkheid van grootse krachten.

In de kern, ben Ik, bij dit alles Aanwezig.

In de kern, ben Ik, eenzaam en nooit alleen, God in de verbanning,

God als sierlijk minstreel van een kosmisch orkest.

In de kern, ben Ik, een mens van  vlees en bloed en veel innerlijk ge-moet,

Een toestand, een Zijn, een goddelijk refrein.

Aanstekelijk uitnodigend, op zoek naar verbinding met alles en iedereen,

Want zie je wel, ik ben niet alleen, ik plak me aan je vast en laat liefdevol weer los.

Ik ga met je mee, en zoek mijn eigen uitgang, ik wil er niet meer zijn,

Ik wil je alleen nog maar beminnen buiten zinnen, buiten tijd, zonder strijd.

Ik ben, in de kern, ondefinieerbaar, God, energie in beweging, in rust,

Het medicijn dat alles kust, ik ben zoveel dingen en tegelijkertijd niets,

Niets doet er nog toe, niets wat bestaat is echt.

Ik ben er nog, ik besta, ik ben bang, ik ga dood, ik leef.

Wie ben ik? In de kern? Waar alles nog na-beeft.

Eindelijk rust van mijn verlangen,

Eindelijk stilte in de storm,

Eindelijk ja in alle nee’s en weeën met tranen van geluk,

Eèn zijn met de bergen, de vulkanen, met jou, met de zee,

ik reis wel even met je mee, in jouw taal, jouw wereldlijk verlangen.

Ik val uit, ik sta stil, ik log uit,

Ik ben kern-kracht, atoomkracht en bezieling in het dodenrijk,

Ik ontplof, ik implodeer, want het aardse stof is er niet meer,

Alles is NU, dit moment, dat alles nog nieuw kent.

Johanna Be Quantum

johannaquantum@hotmail.com