(door David Price)
Een doel van het menselijk leven, ongeacht wie het bestuurt, is om van iedereen te houden die in de buurt is om bemind te worden.
— Kurt Vonnegut
*
Een schrijver – en ik geloof in het algemeen alle mensen – moet denken dat wat er ook met hem of haar gebeurt, een hulpbron is. Alle dingen zijn ons gegeven met een rede, en een kunstenaar moet dit intenser voelen. Alles wat ons overkomt, inclusief onze vernederingen, onze tegenslagen, onze verlegenheid, alles wordt ons gegeven als grondstof, als klei, zodat we het tot onze kunst kunnen kneden.
— Jorge Luis Borges
*
Na een paar minuten bewust ademen, sluit ik mijn ogen en luister naar alles wat ik kan horen: mijn eigen ademhaling, het gezoem van de koelkast, af en toe passerende auto’s, vogels die beginnen te fluiten rond 5:20 deze tijd van het jaar. Dan, naarmate mijn verbeelding er meer bij betrokken raakt, begin ik te ‘horen’ wat ik beschouw als het gezoem van de kosmos eronder. De langzame stem van het goddelijke?
Voor mijn doeleinden maakt het niet uit hoeveel van dit gezoem wordt ingebeeld. Ik voel het mijn zintuigen doordringen. Het is alsof alles gonst van het leven, niet alleen organische wezens. Het geeft me het gevoel dat ik een klein deel van de kosmos hoor die zijn gang gaat, met mij een klein deel ervan.
– Dr. Craig Chalquist
*
Jij hoort erbij. Overal. Ja, jij – met al je geschiedenis, angst, pijn. Ja, overal – in elke cultuur, gemeenschap, omstandigheid. Jij hoort bij dit lichaam. Je hoort bij dit moment. Je hoort bij deze adem… en deze. Je hoorde er altijd bij.
— Sebene Selassie
*
Er niet bij horen is onze geheime zorg, niet bij onze samenleving horen, zelfs niet bij onze familie, en dat gevoel achtervolgt ons terwijl we blijven proberen ons lidmaatschap te verdienen in een cultuur van afgescheidenheid en oordeel. School en later werk zijn gebaseerd op beloning en straf. De ergste straf is uitsluiting. Ons lot drijft op een gevoel van verbondenheid of het ontbreken daarvan. We raken zo vroeg gewond dat we in het geheim bang zijn voor verraad terwijl we zelf dezelfde zonden en overtredingen begaan.
Op deze manier verlaten we de levens die ons nodig hebben. De familie van levende wezens wordt over de hele planeet aan flarden gescheurd omdat we niet het gevoel hebben dat we erbij horen en het ons niet kan schelen. We hebben geleerd om er niet om te geven, om de wereld en haar lijden niet op te merken. We plannen onze ontsnapping naar Mars, met de fantasie om helemaal opnieuw te beginnen. We sluiten onwaardige mensen uit, op basis van hun accent of huidskleur. Het laatste wat ons opvalt is het ‘gezoem van de kosmos’. Daar hebben we geen tijd voor.
Onze politiek is een voortdurende strijd tussen diegene, die uitgebuit zijn en de uitbuiters. Ons onderwijs meet onze aanpassingsvermogen en gehoorzaamheid aan dat systeem. We ontwikkelen een drive om “onze kost te verdienen” omdat we weten dat we er niet toe doen alleen omdat we een mens zijn; we hebben deze regels onthouden toen we aan het opgroeien waren. De mentaliteit die deze cultuur creëert en in stand houdt, is goedgelovig, kinderachtig en half slapend.
In een samenleving die persoonlijke vooruitgang boven alles waardeert, is hebzucht de locomotief. Acculturatie, of ingroeien in dit systeem begint al heel vroeg, wanneer we nog beïnvloedbare kinderen zijn. We weten niets anders, dus we twijfelen er niet aan.

Tsuchiya Koitsu – Benkei-brug, 1933.
Sommige mensen breken met deze cultuur omdat ze een band hebben ontwikkeld met iets dat meer betekenis heeft, iets dat voor hen mooi is. Dat zijn de excentriekelingen en afvalligen die de middelen bij elkaar kunnen rapen om te overleven met behoud van hun innerlijke leven.
Als we onszelf weer aan elkaar kunnen knopen, kunnen we misschien weer bij de wereld horen. Het wacht nog steeds op ons, maar we moeten weer leren luisteren. De schepping is er nog steeds, we hebben het nog niet helemaal vernietigd. Wat de “langzame stem van het goddelijke” genoemd mag worden, spreekt nog steeds. We horen het misschien niet, maar we kunnen het niet de mond snoeren. Het enige dat nodig is, is weten dat we bij voorbaat erbij horen en een rol spelen in het voort-durende wonder. Als we verbaasd konden zijn in plaats van eeuwig bezig te zijn, zouden we onszelf en tegelijkertijd de wereld kunnen redden.

Denis Sarazhin
Bron: https://davidprice-26453.medium.com/belonging-34c401ff9915
Cover art: van Calvin Forsythe
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.