(door moniek van pelt) ik kan urenlang luisteren naar pianomuziek. Luisteren doet de zee en ik doe druppel voor druppel mee. ik beluister de bomen, de rivieren, de wind en het gras en zij richten zich tot mij. De bloemen geven kleurrijk aandacht, ik voel me bloesems lang bezien. De dieren fluisteren als ik luister, soms met een luide samenbrul. Het tekenpapier luistert mijn beeld tot leven. Als ik de vrijheid in mij beluister straal ik, mijn ware aanzien laat zich onomwonden zien. Ik hoor de wezens spreken tot ver in de kosmos, vol verhalen over een thuis die ik zo goed ken. In diepe afstemming laat ik mij door de levenskracht beschrijven als nooit te voren. Ik ervaar de immense fonkeling van leven in mijn waarneming, die meer omvat dan alleen mijn oren. Als ik luister naar mijn lichaam weet ik wat ze nodig heeft, wat er echt mankeert (de man-mens-inkeer) en hoe ik hierin kan zakken. En eigenlijk is het nooit de beschrijving van wat een dokter of de healer mij vertelt. Ik beluister andere talen, technologische verhalen, die mij niet voorspellen of verdoemen. Ik beluister geometrie in vele vormen en observeer de vrije mandela er dwars doorheen. Ik bemerk mijn enorme gevoeligheid voor leven al tijd als ik vrijuit luister. Ik voelde diep in, in het sterven van mijn aardse vader. In het geluid van het doodse zelf voelde ik zijn geloof erin. En de computerschermen bleven aan. Hij was mijn vader wel en hij was mijn vader niet. Hij ging niet naar huis en ik was hier niet thuis. En de vogels vlogen hoorbaar in hun gouden vlucht, rakend aan alle adem.
Ik zing mijn luisteringen aan de stilte, de sterren, aan het kind. En zij trillen zichtbaar terug. Ik beluister dat wat nooit gezegd is hier in ware woorden, omdat het zich geheimhouden wil. Maar mijn beweging in afstemming is vaak te verfijnd, te warm en trilt door de grove mazen van die wet heen. Ik luister en pel af, laag na laag na laag. En ik speel met bollen, draaiing, land en waarheid. Ik voel mij in die bewegingen zo speels, zo open, zo echt. Alles om mij heen reageert op mijn aanwezigheid, als is het op aarde dan een beetje en niet ten volle zoals thuis. Ja, zo ken ik het in mij.. Er is eigenlijk maar één ding van wat mij tegen zou kunnen houden om op te gaan in die kracht, in die energie. En dat is niet eens zozeer de overheersingstechnologie die de aarde wil en denkt te beheersen. Nee, het is de mens zelf. Mijn volk, die en masse drijft op een ingevoegde bestaanslaag die niet van hen is en die trilt en beeft.. van angst. Angst die de mens vol verleden vormt en normt en die hem uiterst bangt voor een mogelijke hack van lijf en zinnen. En ik luister naar de krachtsfrequenties die zich ver van mij houden, omdat er geen doorgangen zijn momenteel om in dit bezette veld die kracht vollicht te leven. Ik luister naar de aarde die niet goed gevoeld wordt en waar zo zwaar op geleund en gekreund en van geroofd wordt.
En ik luister naar de angst die in mij wil heersen. De mens die denkt dat hij weet dat hij denkt wie hij is.. De mens die spreekt tot hij preekt. De mens die zalft. De mens die troont. De mens die dwaalt. De mens die zich omringt met spirituele kleuren en geuren. De mens die is opgeleid in de leer van het systeem en zich warm houdt met feitenbreisels. De mens die gelooft in de verhaallijnen voor zijn neus. De mens die het heeft over verschillen tussen technisch en begrijpend luisteren. De mens die het maar blijft hebben over de kloof tussen kind en volwassene. De mens die redt en hoedt en opvoedt en onderwijst. De mens die in focus zo gericht is op geneeskunst, politiek, wetenschap en luistert naar alles behalve zijn ware natuur. De bange mens, zo bang voor lijf en mogelijkheden, zo angstig voor echte technologie.
Die mens wijst naar een tijdsbubbel waarin beelden afdraaien als van een film. Mijn persoon moet daarin een rol spelen. En in die ervaring van die bubbel ga ik dan in verleden tijd spreken en over mij. Hoe mal, om zo te moeten luisteren naar wie ik niet ben. Ik zal toch een stukje met je delen van dit verleden in mij en luister naar de frequentie;
Die mens luisterde nooit naar mij toen ik jong en kind, en toen ik zo vaak happend naar frisse lucht.. Ik werd er nukkig mens van, rebels, warrig, vergeetachtig en vol dromen. Weigerend om te gehoorzamen. En uiteindelijk weigerend om te luisteren naar deze frequentie vol van beta en beterweter. Want in die trilling in het verplichte luisteren, lag reeds het grote akkoord aan dit leven, zoals ik blijkbaar voorbestemd was. Ieder knikte van ja. En ik kon het niet, ik had mijn taal erin nog niet gevonden en ik liet me er niet naartoe sturen. Al moest ik wel gehoorzamen soms, te vaak dan me lief was. Die beta manische frequentie liet me voelen dat ik dit leven dus niet wilde en dan maar doods moest denken. En dus voel-dacht ik aan dood. Het werd mijn fascinatie, want als ik naar dood luisterde zoals ik naar het sterrenleven luisterde, dan kreeg ik bij de energie dood geen vrije beweging terug. Geen fijngevoeligheid trof mij, nee mijn aanwezigheid sloeg neer. dood. En ik luisterde dieper. Dit was niet wat de wind me zei, de blaadjes en de tak. Zij spraken anders, zo anders. Ik raakte diep verwikkeld in een gevecht om spontaniteit. En als ik thuis was in mijn eigen omgeving, dan hoorde ik soms direct , soms langzaam, de waarheid van leven altijd weer gaan spreken. Als ik uitgevochten was met de beelden in mijn hoofd, die ik meenam van buiten. Maar ik hield niet alle beelden buiten. Sommige beelden kropen heimelijker weg, dan ik hen kon terugvinden in trilling. En daar waar ik vocht om mijzelf tegen mijzelf, was ik daar wel thuis?
Ben je er nog? Ik hoor de beta manische trilling in dit gevecht om zelf, in mij. Ik zou nog paginalang door kunnen schrijven over de leegheid, het verlangen, het informatiegebrek, de zoektocht. Over mijn vallen en opstaan. En dan zou ik schrijven naar de punt vol openheid en heelheid. Het zou het verhaal rond maken. Mensen houden van een mooie ronding aan een verhaal. En ik zou de frisse lucht ademen in wat ze hier de thetastaat van zijn noemen. Het bewustzijn in de hersenen die het aardse verhalenspel kan overzien, die de leegte in zichzelf echt kan aanvaarden en die weet heeft van het echte mensthuis op zovele plekken in de kosmos. Ik zou wederom willen delen van hoe je jezelf uit de bezette beta-brein-staat kunt spreken. En het is prachtig om zo te schrijven. Ik heb het jarenlang gedaan en doe het nog. Het is een ritme van zijn in een poging, een onaffe herinnering in melancholie meedragend en daarin zoekend naar de gaten en dan springen. Overigens doen veel mensen alsof ze ergens uit gesprongen zijn en dat zijn ze dan toch niet echt. … verder lezen
Bron: Earth Matters https://earth-matters.nl/moniek-van-pelt/luister/
Je moet inloggen om een reactie te plaatsen.