De avondster en de zon

De avondster verscheen en zag in het water van het meer dat het een mooie dag was. De zon was er nog steeds zichtbaar aan de andere kant van het meer, zonnestralen speelden met de wolken en de levende kleuren zongen, trilden en veranderden elke seconde tot een waar spektakel in de lucht.

De ster zag het allemaal in de reflectie op het water, ze zag hoe een poos later de schemering dieper en dieper indigo werd en het dansen van oranje, gele en karmozijnrode vlammen van de zonsondergang langzaam verdrong. Alles werd rustig, de bomen rondom het meer hielden op met ratelen en ritselen, de vogels tjirpen hun laatste “goede nacht”- groet en vielen stil, tot de volgende morgen.

De ster hield heel veel van de zon en elke keer kwam er een soort weemoedig gevoel in haar op, toen de laatste zonnestralen verdwenen. “Ik wil hem zo graag echt ontmoeten,” dacht de ster dan. “Kijk, hoe de zon de wolken omarmt. Kijk, hoe hij naar de vogels lacht. Zou hij mij überhaupt zien, hier, aan da andere kant van het meer?”

Op avonden, wanneer er donkere wolken of dikke mist in de lucht hingen en er helemaal geen zon te zien was, droomde de ster dat het weer snel zal opklaren en de lichtgevende muziek van de zonnestralen opnieuw in het water weerspiegeld wordt.  Tot op een keer, dat de ster niet meer naar haar lievelingsmeer, naar de bomen, vogels en de kleuren van de zonsondergang keek.

Ze keek niet naar onder, naar al die mooie spiegelingen. Ze keek om zich heen… en zag dat ze zelf de zon-ster was, omringt door alle andere duizen…. biljoenen sterren.

En de zon lachte en maakte heel voorzichtig een koprolletje, zodat astronomen met hun telescopen niet duizelig werden.

Anna Krasko 2023

Foto: Bielersee by Night door Guido Gloor Modjib op Flickr