DE HOMMEL DIE NIET KAN VLIEGEN

(door Thérèse Jeunhomme) Volgens de wetten van de aerodynamica kon men lange tijd niet verklaren dat een hommel kan vliegen. Na onderzoek is gebleken dat hommels een trucje hebben waardoor ze toch kunnen opstijgen. Door de op- en neergaande beweging van de vleugels ontstaan luchtwervelingen die zorgen voor een opwaartse kracht waardoor de hommel, hoewel hij eigenlijk te zwaar is om te vliegen, toch kan vliegen. Conclusie: de hommel is zich niet bewust dat hij niet kan vliegen. En dus vliegt hij gewoon.

Dit verschijnsel geldt voor alles in het planten- en dierenrijk. Planten en dieren hebben geen menselijk bewustzijn. Ze worden, net als de mens overigens, geboren uit een klompje cellen en die cellen ontwikkelen zich tot die levensvorm waaruit al het leven bestaat. Alleen mensen hebben een brein dat denkt, een brein dat zichzelf in de war brengt, een brein dat ons doet denken dat er van alles en nog wat is wat wij niet kunnen of zouden moeten willen. Het brein is een enorme stoorzender. Want, als wij net als de hommels ons niet bewust zouden zijn dat wij niet kunnen vliegen, zouden we ook gewoon kunnen vliegen. Ons brein beperkt ons in onze mogelijkheden. Ons brein spiegelt en weerspiegelt. Dieren en planten zijn daar niet mee behept. Een lavendelplant denkt niet bij zichzelf dat hij er net zo wil uitzien als de echinacea plant die naast hem groeit en bloeit. Een hond denkt niet als hij een mede-hond ontmoet dat hij ook een vacht wil hebben als die andere hond. Zulke gedachten bestaan niet in het planten- en dierenrijk. Zulke gedachten hebben alleen mensen. 

Een hommel is ook niet ‘gelukkig’ omdat hij doet wat hij doet en daarvan gelukkig wordt. Want ‘gelukkig zijn’ is ook een product van ons geprogrammeerde brein. Een hommel doet gewoon wat hij doet, en daarmee is het klaar. Verder niks, nakkes, nada. Ik heb vele mensen en dieren voor mijn ogen zien ‘sterven’. Dieren accepteren op enig moment dat ze het lichaam gaan verlaten, en geven zich over. Ik heb nog nooit gezien en gevoeld dat een dier zich verzet tegen zijn ‘dood’. Als hun lichaam hun informeert dat het lichaam niet langer meer meekan, dan legt het dier zich daarbij neer. In de natuur zoekt een dier dan vaak een rustige afgelegen plek op om zich daar over te geven aan de naderende dood. Er is geen gevecht, geen strijd, geen angst. Dit verschijnsel doet zich alleen bij de denkende mens voor.

Wat zou dan de definitie van ‘gelukkig zijn’ kunnen betekenen? Wie heeft dat ooit in ons hoofd geprogrammeerd dat wij mensen eeuwig op zoek zijn naar ‘geluk’? Ik heb hierop geen antwoorden. Wel kan ik vanuit mijn eigen levenservaring schrijven dat ik vele dagen ’s avonds in mijn bed ben gestapt en voor mezelf voelde ‘ik heb een goede dag gehad’. En dat is voor mij genoeg. Een goede dag. Mijn echtgenoot, die een ander pad in is geslagen, en ik lagen iedere avond voordat we gingen slapen een poos in elkaar armen. Simpelweg te genieten van elkaars warmte, aanraking en zachtheid. We kusten elkaar, wensten elkaar een goede reis – want als je gaat slapen ga je een reis maken – draaiden ons om en met de billen tegen elkaar vielen we in slaap met het gevoel dat wij ‘een goede dag’ hadden. En net als de hommels konden wij in onze dromen en visioenen vliegen.

20220811 Thérèse Jeunhomme https://vloeibareliefde.com/2022/08/11/de-hommel-die-niet-kan-vliegen